Rudolf Schock: Belmonte |
After 2000 - Rudolf Schock had already died 14 years before - smaller CD producers (including 'RELIEF' by Rico Leitner) surprise with EIGHT releases of Mozart operas with Schock: RADIO performances of 'Cosi fan tutte' (Hamburg 1953 and Munich 1957), 'Die Zauberflöte' (Cologne 1954) und 'Die Entführung aus dem Serail' (Hamburg 1956). LIVE performances of 'Idomeneo' (Salzburg 1956), 'Die Entführung aus dem Serail' (Salzburg 1956), 'Die Zauberflöte' (Geneva 1952 and Hamburg 1955).
Rudolf Schock: Don Ottavio 1948 |
D e u t s c h :
Es ist schon seltsam, dass Rudolf Schock im vorigen Jahrhundert so wenig in Schallplattenproduktionen von Mozart-Opern zu hören war. Live sang er europaweit in rund 1500 Aufführungen von Mozart-Opern, aber auf der Platte blieb es bei ein paar Einzelarien aus 'Die Zauberflöte', 'Cosi fan tutte' und 'Don Giovanni'. Nur 'Die Entführung aus dem Serail' bekam 1953 ein solides Highlight-Album. Darauf hat der niederländische Opernspezialist Leo Riemens besonders in seinem 'Grossen Opernbuch' (1959) hingewiesen: "Auf HMV existiert eine gute Highlight-Platte mit Erna Berger, Lisa Otto, Rudolf Schock, Gerhard Unger und Gottlob Frick, wobei man bedauert , dass in dieser Besetzung nicht das ganze Werk aufgenommen wurde".
In meiner Filmdokumentation "Rudolf Schock: Das singe ich auch" erklärt CD-Produzent Rico Leitner plastisch, warum Rudolf Schock so ein guter Mozart-Sänger war. In 'Don Giovanni' etwa war er kein "lispelnder Gummi-Don Ottavio", dem Schürzenjäger Don Giovanni gar nicht gewachsen, sondern eine ausgesprochen maskuline Figur, die auf seinen Mitadligen heftig reagiert. Schocks Auftritte als Don Ottavio an der Wiener Staatsoper wurden allein schon deshalb von der Opernkritik sehr gelobt. Trotzdem gibt es auf Tonträger von Rudolf Schocks Don Ottavio nur zwei Arien: "Il mio tesoro" aus dem zweiten Akt viermal, worunter eine Radio- und Konzert-Aufnahme, dazu - auf Deutsch - eine ziemlich späte Studio-Ausführung van "Dalla sua pace" aus dem ersten Akt.
Nach 2000 - Rudolf Schock war bereits 14 Jahre zuvor gestorben - brachten kleinere CD-Produzenten (u.a. 'RELIEF' von Rico Leitner) auf einmal ACHT Mozart-Opern mit Schock heraus: RUNDFUNK-Aufführungen von 'Cosi fan tutte' (Hamburg 1953 und München 1957), 'Die Zauberflöte' (Köln 1954), 'Die Entführung aus dem Serail' (Hamburg 1956). LIVE-Auftritte von 'Idomeneo' (Salzburg 1956), 'Die Entführung aus dem Serail' (Salzburg 1956), 'Die Zauberflöte' (Genf 1952 und Hamburg 1955).
Rudolf Schock: Tamino (Zauberflöte) |
N e d e r l a n d s
Het is best vreemd, dat in de vorige eeuw Rudolf Schock zo weinig te horen was in platenprodukties van Mozart-opera's. Live zong hij overal in Europa in rond 1500 voorstellingen van Mozart-opera's, maar op de plaat bleef het bij een paar losse aria's uit 'Die Zauberflöte', 'Cosi fan tutte' en 'Don Giovanni'. Alleen van 'Die Entführung aus dem Serail' verscheen er in 1953 een stevige hoogtepuntenplaat ("grosser Querschnitt"). De Nederlandse operaspecialist Leo Riemens wees daar speciaal op in zijn 'Groot Operaboek' (Elsevier 1959): "Een goede highlight-plaat bestaat op HMV, met Erna Berger, Lisa Otto, Rudolf Schock, Gerhard Unger en Gottlob Frick, waarbij men betreurt, dat in deze bezetting het hele werk niet werd opgenomen".
In mijn filmdocumentatie 'Rudolf Schock: I sing that too' legt CD-producent Rico Leitner plastisch uit, waarom Rudolf Schock zo'n goede Mozartzanger was. In 'Don Giovanni' bijv. was hij geen "lispelende, rubberen Don Ottavio", die niet opgewassen was tegen womanizer Don Giovanni, maar een uitgesproken mannelijke verschijning, die zijn collega edelman heftig van repliek dient. Schock's optredens als Don Ottavio aan de Weense Staatsopera kregen alleen daarom al bewonderende kritieken van operarecensenten. Desondanks komen van Rudolf Schock's Don Ottavio op toondrager slechts twee aria's voor: 'Il mio tesoro' uit de tweede akte overigens viermaal, waaronder een radio- en een concertregistratie, plus - in het Duits - rijkelijk laat een studio-'Dalla sua pace' uit de eerste akte.
Na 2000 - Rudolf Schock was al 14 jaar daarvoor overleden - brachten kleinere CD-producenten (o.a. 'RELIEF' van Rico Leitner) opeens wel Mozartopera's met Schock uit: RADIO-uitvoeringen van 'Cosi fan tutte' (Hamburg 1953 en München 1957), 'Die Zauberflöte' (Keulen 1954), 'Die Entführung aus dem Serail' (Hamburg 1956). LIVE-uitvoeringen van 'Idomeneo' (Salzburg 1956), 'Die Entführung aus dem Serail' (Salzburg 1956), 'Die Zauberflöte' (Genève 1952 en Hamburg 1955).
Krijn de Lege 31.5.2023
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen