Rudolf Schock zingt in een opera-parodie van Heinz Erhardt
Maar ik begin bij Jacques Offenbach (1819-1880), met wie het muziekgenre 'operette' in 1858 een ware zegetocht begint (zie ook 'RS zingt Nico Dostal').
Offenbach's 'operette' 'Orphée aux Enfers (Orpheus in der Unterwelt)' is het allereerste, avondvullende muziekdrama, dat 'schaamteloos' parodieert en bespot. De gewichtigdoenerij en zelfingenomenheid van een nogal gesloten kring 'kunstdeskundigen' - bijvoorbeeld rond de ten tijde van Offenbach hoog gewaardeerde opera's van Christoph Willibald von Gluck en Giacomo Meyerbeer -worden genadeloos doorgeprikt, onwrikbare goden en helden uit de klassieke oudheid, die in de theaters de mensheid tot voorbeeld moesten dienen, een veelvoud aan menselijke zwakheden toegedicht, vorsten en hun hofhoudingen karikaturaal uitvergroot tot zielige, maar tegelijk vileine klap- en meelopers. Offenbach's muzikale creativiteit en scherpe kijk op het menselijk handelen vonden de OPERETTE-OP-HAAR-BEST uit!
Van Jacques Offenbach (foto met lorgnet) naar Heinz Erhardt lijkt een gewaagde stap. Maar ik durf die stap te maken en plaats Erhardt's 'Zehnpfennigoper' uit 1948 (in 1978 omgewerkt tot 'Noch 'ne Oper') gewoonweg in de Offenbach-traditie. Dus vraag ik uw aandacht voor 'Noch 'n Komponist' en zijn naam is
Heinz Erhardt (1909-1979)
Online is er veel te lezen, te horen en te zien over en van Heinz Erhardt. Voor mij dus geen noodzaak uitvoerig in te gaan op al zijn woorden en daden. Bovendien past mij bescheidenheid. Duitsers zullen hun veelzijdige lieveringskomiek ongetwijfeld beter op zijn artistieke waarde kunnen inschatten dan ik als Nederlander. Al verbaas ik mij wel over een regel in Westermann's 'Kulturtagebuch - 1900 bis heute' (Braunschweig 1984 - 1. Aufl.): "En als in de loop van de vroege jaren tachtig de dwalende blik van de nostalgische verheerlijking zelfs het niervormige tafeltje en de eierhoofdige spreukendrammer van die (vroegere) tijd, Heinz Erhardt, herontdekt, dan zit daar wellicht ook het verlangen achter naar een periode, die nog meer dan de onze, succesvol was in het verdringen van angsten" (Rainer Wagner's essay: "Tegen de Verstarring"). Het wordt in het vervolg van dit essay duidelijk, waarom Rainer Wagner vooruit wil kijken: "een nostalgische 'vlucht uit de werkelijkheid' is niet zonder risico's". Maar getuigt het ook niet van 'verstarring', als je alleen maar vooruit mag zien en nooit meer in verwondering of bewondering mag omkijken? Bijvoorbeeld naar een fenomeen als Heinz Erhardt?
Heinz Erhardt was een schaap met vijf poten: komiek, caberetier/toneelspeler, dichter/schrijver, entertainer en musicus/componist. Hij speelde in een massa films en was als entertainer/voordrachtskunstenaar/komiek vooral in de jaren vijftig en zestig razend populair (zie 'YouTube' en kijk en luister naar bv. 'Das Gewitter = het onweer' uit 1959). Zijn humor baseert zich op woordspelingen, originele invallen, kolderieke overdrijving, verbluffende tegenstellingen en spits geformuleerde levenswijsheden.
(Affiche t.g.v. 100ste geboortedag geschilderd door Julia Denuell)
Na een beroerte in 1971 kan Heinz Erhardt niet meer schrijven en spreken, wel lezen en luisteren.
In 1978/79 bereidt hij samen met zoon Gero (geb. 1942) en componist Peter Thomas een (televisie-)bewerking voor van de 'Zehnpfennigoper'.
Als regisseur wordt de ervaren Claus Peter Witt (ook geb. 1942) aangetrokken.
Op 21 februari 1979, een dag na Erhardt's 70ste verjaardag, vertoont het ZDF (Zweites Deutsches Fernsehen) de opera op televisie. Enkele maanden later overlijdt Heinz Erhardt.
'Noch 'ne Oper' (teksten: Heinz Erhardt/muziek: Heinz Erhardt en Peter Thomas)
op de voorgrond v.l.n.r.:Schramm, Kusche, Schock
(foto: Bild+Funk 1979)
'Noch 'ne Oper' is een opera-parodie, door Heinz Erhardt "Kabarettoper" genoemd, waarvan de muziek aan de lopende band ongegeneerd citeert uit opera's, operettes én volksliedjes. Het is op zich al een attractie om te proberen titel en componist van de bekende melodieën, die in allerlei instrumentale overgangen heel even opgloeien, à la minute thuis te brengen. Wagner's 'Der fliegende Holländer' en Verdi's 'Aida' komen langs, Beethoven's 'Alle Menschen werden Brüder' klinkt en dan zijn er ook nog o.a. Schubert, Von Weber, Lortzing, Lehár, Johann Strauss Jr., Mozart en het volkswijsje 'Muss i denn', om de muzikale grabbelton verder te vullen.
Ook de plot herinnert aan bekende muziekdrama's: Clothilde, de vrouw van ridder Kunibert, werpt zich naar het voorbeeld van Tosca van de burchtmuur en in de twee bloederige duels plus executie aan het eind herkennen we het cliché van vele heftige opera-finales. Het verhaaltje is simpel: Kunibert en Geierblick zijn bevriende roofridders. Clothilde is gecharmeerd van Geierblick en dat is wederzijds. Het paar bemint elkaar in het geniep, wat echter niet verborgen blijft en vier levens kost. Heinz Erhardt is in zijn element: zijn opera is één en al komische overdrijving en paradoxale onzin. Of hebben die paradoxen juist wel zin? In de epiloog van het 'operaatje' verneemt de luisteraar: "Je maakt 'ernstige aangelegenheden' niet vrolijker door ze ernstig te behandelen. Alleen 'vrolijke aangelegenheden' zijn het waard, om ernstig behandeld te worden". Ik krijg de indruk, dat de cabaretier Heinz Erhardt zich grimmig vrolijk maakt over de humorloze, bloedserieuze manier, waarop niet zelden vanuit een ivoren toren zowel door kunstenaars als critici over bijv. literatuur, beeldende kunst en muziek wordt gesproken en geschreven. Erhardt laat dan ook in twee pauzes van zijn opera theaterpersoonlijkheid Loriot (foto) optreden, die de 'maatschappij-kritische diepgang, alsmede de eenmalig-historische betekenis van dit Erhardt-kunstwerk' toelicht. Ergens anders in de tekst laat hij Loriot zeggen: "Je had Johann Sebastian Bach in Leipzig, Wolfgang Amadeus Mozart in Wenen, Richard Wagner in Bayreuth en je hebt Heinz Erhardt bij het ZDF"! Veel plezier valt ook te beleven aan de tegenstelling tussen klassieke operastijl en onnozele beelden en teksten: in het eerste bedrijf maakt Geierblick strijdlustig en plechtig zijn intocht op een soort hobbelpaard. Gastheer Kunibert biedt hem een bokaal wijn aan, maar Geierblick repeteert monotoon en in eindeloos falset, dat hij zo vroeg op de ochtend echt niet tegen drank kan. Clothilde zingt in de zelfde akte bij herhaling in haar 'grote aria', dat zij "een bad heeft genomen, maar dat het water veel te koud was" en een bijzondere knipoog gaat uit van het door de 'briljante' componist "met geniaal gemak gecomponeerde" 'groter dan grootste liefdesduet' Geierblick-Clothilde uit de 2e akte: "Weil du mich liebst, bin ich so glücklich, weil du mich liebst, bin ich so froh": we schrijven 1979 en Rudolf Schock en Margit Schramm presenteren zich nog één keer - ironisch - als hét 'Operette-Droompaar van de jaren Zestig'.
Uitvoering en Rolverdeling
De ruim een uur durende televisie-opera van Erhardt laat zich - na een paar glazen wijn - 'op wetenschappelijk verantwoorde wijze' als volgt indelen:
1) Voorbereiding van de opera
2) Eerste akte van de opera
3) Loriot over de maatschappijkritische positionering van de opera
4) Tweede akte van de opera
5) Loriot over deze opera in historisch perspectief
6) Gejaagd door de wind: wereldwijde ontvangst van de opera
7) Derde akte van de opera
8) Epiloog: "Alleen vrolijke dingen zijn het waard met ernst behandeld te worden"
De plot van 'Noch 'ne Oper' uit 1979 duurt ondanks de pompeuze aankondiging van 'drie aktes' op zich niet veel langer dan haar radio-oervorm: het muziekdrama in één akte 'Die Zehnpfennigoper'. Die titel verwijst speels, maar nadrukkelijk bescheiden naar de 'Dreigroschenoper' (1928) van Kurt Weill/Bertolt Brecht.
De dubbele duur van de tv-produktie komt vooral door de aanvulling met een aantal 'making of'-scenes.
Van de oude, ruim een half uur durende radio-versie bracht Berlin Classics in een speciale Heinz Erhardt-editie een CD uit met de Wagnerbas Gustav Neidlinger als Kunibert en de (vooral) operette-tenor Rupert Glawitsch als Geierblick.
!De televisiefilm verschijnt mei 2013 op DVD, uitgebracht door Pidex Film (art.nr. 490275) en kan worden besteld bij JPC, Amazon enz.!
Voor de bezetting van 'Noch 'ne Oper' nodigde het ZDF in 1978 een keur aan toentertijd bekende persoonlijkheden uit de Duitstalige wereld van film, toneel, televisie (radio) en muziek uit: Heinz Erhardt, die sinds 1971 immers niet meer kon praten, is te zien als 'geheimzinnige, zwijgende man in het park'', maar af en toe ook te horen met behulp van oude radio-opnamen. Erhardt's vroegere rol van verteller is grotendeels overgenomen door karikaturist, schrijver, filmregisseur en televisie-auteur Vicco von Bülow (Loriot), die tussen de drie bedrijven door - ik noemde het al - als 'maatschappelijk geengageerd muziekwetenschapper' het 'deskundige kommentaar verzorgt'.
***************************************
De uitbundige bas-bariton Benno Kusche (1916-2010) zingt en schmiert effectvol als ridder Kunibert (In één van de volgende artikelen kom ik zeker nog op Benno Kusche terug). Kusche en Schock waren veelzijdige zangers, die elkaar in opera en operette met regelmaat tegenkwamen: o.a. in de EMI-studio voor Richard Wagner's 'Meistersinger von Nürnberg' (Berlijn 1956) en in de Eurodisc-studio voor de 'Zigeunerbaron' van Johann Strauss Jr. (Berlijn 1964). Operette-diva Margit Schramm (1935-1996) speelt en zingt een berekenende en koele Clothilde, die - afgezien van haar bijdrage aan het 'liefdesduet' met Rudolf Schock - totaal niet aan haar operette-verleden herinnert en Rudolf Schock ontleent overduidelijk een heleboel speelplezier aan de groteske uitbeelding van 'ridder van de droevige figuur' Geierblick.
In de 'making-of'-scenes en een flashback (met Heinz Erhardt als 'man-in-het-park' en Chris 'Spielereien mit Schallplatten' Howland als papierprikker-met-tegenwind: foto Bild+Funk 1979) zijn - soms heel kort - alle overige medewerkenden te zien, onder wie filmacteur Gert ('Goldfinger') Fröbe, van jeugdidool tot gevierd toneelactrice uitgegroeid: Cornelia Froboess (foto), toneelacteur Harald Juhnke, pianist/bandleader Paul Kuhn (hij 'doet' in de opera de 'dirigent'), toneelacteur en tv-presentator Hans-Joachim Kulenkampff, zangeres Evelyn Künneke (dochter van de componist Eduard Künneke), de toneelactrices Inge Meysel en Liselotte Pulver en - vanaf een golfveld - film- en toneelgrootheid Heinz Rühmann.
links: Gert Fröbe
rechts: Heinz Rühmann
Tenslotte: Chefdirigent Emmerich Smola (geb. 1922) leidt zijn 'Omroeporkest van de SWF (Südwestfunk)' door de partituur van Offenbach-navolger HEINZ ERHARDT: op een zodanig ernstige wijze, dat deze volledig in harmonie kan worden geacht met de vrolijke, muzikale opvatting van de componist.
Krijn de Lege, 16-11-2010/24-2-2013
* De volgende keer: RUDOLF SCHOCK zingt EDMUND EYSLER. Nach Eysler: RUDOLF SCHOCK zingt LEO FALL *
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen