Johann Strauss Jr. (1825-1899)
When we hear that name, we don't think of dance compositions, but of OPERETTA! 'Die Fledermaus/The Bat' (1874) or 'Der Zigeunerbaron/The Gepsy Baron' (1885) usually come to mind. Classical operettas, of which the 'Fledermaus' is considered "comic opera" for many musicologists. If you think about it a little bit longer, you might still get a few impulses: 'Eine Nacht in Venedig/A Night in Venice' (1883) and 'Wiener Blut/Viennese Blood (1899).
'Wiener Blut' is an operetta for which composer and conductor Adolf Müller Jr. - with the approval of Johann Strauss, who had almost burned out in 1899 - grouped all kinds of older Johann Strauss compositions around the music of his successful waltz 'Wiener Blut' from 1873.
The premiere of 'Eine Nacht von Venedig' in 1883 was poorly received in BERLIN. In VIENNA, on the other hand, welcomed. Nevertheless, the attention for the 'Night in Venice' gradually waned. Perhaps that is why a musically and lyrically revised version was premiered in 1923, which is still the most performed to this day.
Erich Wolfgang von Korngold - then 23 years old and shortly after the premiere of his masterpiece 'The dead City/Die tote Stadt' - adapted the instrumentation and added two striking operetta arias especially for Richard Tauber, who would sing the 'Duke of Urbino' in 1923. It is true that was inspired by music by Johann Strauss, but used completely differently.
I devote my video on YouTube to the 1923 version of 'Eine Nacht in Venedig':
As an intro you will hear a shortened recording of Caramello's 'Gondellied' by Rudolf Schock, which was intended to serve as a tastemaker in the 1950s for a great radio performance of the operetta under Franz Marszalek:
Later in the video you hear the complete 'Gondellied' under his regular opera director of the fifties/sixties Wilhelm Schüchter.
At the end of the video Werner Schmidt-Boelcke conducts Schock live (1968) in the 'Lagoon Waltz'.
D e u t s c h :
Johann Strauss Sohn (1825-1899)
Denkt man bei diesem Namen nicht an Tanzkompositionen, sondern an Operetten, fallen einem meist „Die Fledermaus“ (1874) oder „Der Zigeunerbaron“ (1885) ein. Klassische Operetten, von denen die „Fledermaus“ für viele Musikwissenschaftler als „komische Oper“ gilt. Wenn man länger darüber nachdenkt, sprudelt vielleicht noch „Eine Nacht in Venedig“ (1883) und „Wiener Blut“ (1899) heraus!
„Wiener Blut“ ist eine Operette, für die der Komponist und Dirigent Adolf Müller Sohn – mit Zustimmung des 1899 fast ausgebrannten Johann Strauss – allerlei ältere Kompositionen von Johann Strauss um die Musik dessen erfolgreichen Walzers (1873) „Wiener Blut“ gruppierte.
Die Uraufführung von „Eine Nacht von Venedig“ im Jahre 1883 wurde in BERLIN schlecht aufgenommen. In WIEN hingegen bejubelt. Dennoch ließ die Aufmerksamkeit für die „Nacht in Venedig" allmählich nach. Vielleicht wurde deshalb 1923 eine musikalisch und textlich gründlich überarbeitete Fassung uraufgeführt, die bis heute die meistgespielte ist.
Erich Wolfgang von Korngold – damals 23 Jahre alt und kurz nach der Uraufführung seines Meisterwerks „Die tote Stadt“ – bearbeitete die Besetzung eingehend und fügte eigens für Richard Tauber, der 1923 den „Herzog von Urbino“ singen sollte, zwei markante Operettenarien hinzu. Zwar inspiriert von der Musik von Johann Strauss, aber völlig anders eingesetzt.
Die Texte wurden stark verbessert von - höchstwahrscheinlich - Ernst Marischka, äußerst geschicktem Filmregisseur u.a. der Sissy-Reihe mit Romy Schneider und drei fachmännisch gemachter Musikfilme mit Rudolf Schock. Ich schreibe: „höchstwahrscheinlich“, weil hier und da auch Ernst Marischkas Bruder Hubert Marischka als Textrevisionist genannt wird.
Ich widme dem Video auf YouTube der 1923er Version von „Eine Nacht in Venedig“. Als Intro hören Sie von Rudolf Schock eine gekürzte Aufnahme von Caramellos „Gondellied“, das in den frühen fünfziger Jahren als Vorgeschmack für eine ausgezeichnete Rundfunkaufnahme der Operette unter Franz Marszalek dienen sollte. Später erlebt man das vollständige Gondellied unter Schocks festem und vertrautem Operndirigenten Wilhelm Schüchter. Zum Schluss dirigiert Werner Schmidt-Boelcke Schock live (1968) in dem 'Lagunenwalzer'.
N e d e r l a n d s :
Johann Strauss jr. (1825-1899)
Als we bij die naam niet aan danscomposities, maar aan operettes denken, dan schieten ons meestal 'Die Fledermaus' (1874) of 'Der Zigeunerbaron'(1885) te binnen. Klassieke operettes, waarvan de 'Fledermaus' voor veel musicologen als "komische opera" geldt. Bij een beetje langer nadenken borrelen misschien nog: 'Eine Nacht in Venedig' (1883) en 'Wiener Blut' (1899) op.
'Wiener Blut' is een operette, waarvoor componist en dirigent Adolf Müller junior - met goedkeuring van de in 1899 nagenoeg opgebrande Johann Strauss - allerlei oudere composities van Johann Strauss groepeerde rond de muziek van diens succeswals 'Wiener Blut' uit 1873.
Venezia |
De première van 'Eine Nacht von Venedig' in 1883 werd in BERLIJN slecht ontvangen. In WENEN daarentegen toegejuicht. Toch verflauwde geleidelijk de aandacht voor de 'Nacht in Venetië'. In 1923 ging misschien daarom een muzikaal en tekstueel grondig gereviseerde versie in première, die tot op de dag van vandaag het meest wordt uitgevoerd.
Erich Wolfgang von Korngold - toen 23 jaar en kort na de première van zijn meesterwerk 'Die tote Stadt' - bewerkte de instrumentatie en voegde speciaal voor Richard Tauber, die in 1923 de 'Hertog van Urbino' zou zingen, twee markante operette-aria's toe. Weliswaar geïnspireerd op muziek van Johann Strauss, maar totaal anders ingezet. De teksten werden sterk verbeterd door zeer waarschijnlijk Ernst Marischka, uiterst vakkundig filmregisseur van o.a. de Sissy-serie met Romy Schneider en drie slim gemaakte muziekfilms met Rudolf Schock. Ik schrijf: "zeer waarschijnlijk", omdat hier en daar ook Ernst Marischka's broer Hubert Marischka als tekstherziener wordt genoemd.
Ik wijd mijn video op YouTube aan de 1923-versie van 'Eine Nacht in Venedig'. Als intro hoort u van Rudolf Schock een verkorte opname van Caramello's 'Gondellied', die destijds in de jaren vijftig als smaakmaker moest dienen voor een meeslepende radio-uitvoering van de operette onder Franz Marszalek. Verderop in de video zingt Schock het complete 'Gondellied' onder zijn lijf-operadirigent van de jaren vijftig/zestig Wilhelm Schüchter. De video eindigt o.l.v. Werner Schmidt-Boelcke met Rudolf Schock live (1968) in de 'Lagune-Wals'.
Krijn de Lege, 11.5.2023
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen