02.10.18

RUDOLF SCHOCK zingt WILHELM KIENZL (Nederlands)


!! NEW: Link naar NIEUWE KRITIEKEN:
RUDOLF SCHOCK zingt liederen van BRAHMS, MOZART, SCHUBERT, SCHUMANN, R. STRAUSS en WOLF 

WILHELM KIENZL (1857-1941) 

De jonge Wilhelm Kienzl


LINK TO GERMAN

LINK TO ENGLISH


















De Oostenrijker Wilhelm Kienzl was tot in de jaren 30 van de vorige eeuw een uiterst gerespecteerd opera-componist en dirigent.
Nu is hij voor menig operaliefhebber volslagen onbekend.
In Duitstalig Europa verbindt men zijn naam aan 'Der Evangelimann', een voor "oversentimenteel" gehouden opera, waarvoor de meeste muziekcritici geen enkele belangstelling meer kunnen opbrengen.

Oorzaak daarvan moet zijn de tenoraria op Bijbelse tekst met aansluitende kinderkoor-scene: 'Selig sind, die Verfolgung leiden...(Zalig zijn zij, die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want van hen is het Koninkrijk der Hemelen)'..
Dit lied is met de jaren tot het religieuze gedachtengoed van gelovigen gaan behoren en als zodanig razend populair geworden. Met dank aan de tenoren Tauber, Völker, Patzak, Schock, Wunderlich, Gedda, Domingo enz., die het - veelal omringd door een toegewijde kinderschaar - enthousiast bleven zingen.

Na de 2e wereldoorlog maakte Rudolf Schock het lied opnieuw populair. Op grammofoonplaat voor het eerst in 1952:


In 1953 klonk het lied vanaf het witte doek in de Tauber/Schock-film 'Du bist die Welt für mich' en daarna zong Rudolf Schock de aria vele malen op de plaat en in talloze (koor)concerten.
In 1972 kwam het zelfs tot complete opera-uitvoeringen aan de Weense 'Volksoper' met Rudolf Schock in de rol van "Evangelimann Mathias".



                              *************************************

Een andere tenorscene uit een opera van Kienzl haalde ook de 21ste eeuw en wel de 'finale eerste akte' van de opera 'Der Kuhreigen'.
Richard Tauber zong de scene voor de 2e wereldoorlog op de plaat. Rudolf Schock deed dat na de 2e wereldoorlog in 1955. Later volgde Fritz Wunderlich.
De Nederlandse, internationaal bekende operacriticus Leo Riemens (1910-1985) schreef in 1955, toen Rudolf Schock's 'Kuhreigen'-opname uitkwam, dat hij de "verwaarlozing" van die bijzondere opera niet begreep (Elseviers Groot Operaboek).
In maandblad 'Luister' bejubelde hij Schock's uitvoering van de 'Kuhreigen'-finale. Maar zijn verwachting, dat de plaat een tweede Kienzl-bestseller zou worden, kwam niet uit. Pas nu - op YouTube - neemt de belangstelling toe:


Der Evangelimann'(1895)
is in feite een veristische opera over mensen, die met huid en haar zijn overgeleverd aan de onbarmhartige werkelijkheid van het leven. 'Verismo' (uit het Italiaans) betekent 'realisme' en staat voor de literaire mainstream in de tweede helft van de 19e eeuw. Romans uit die jaren gaan over mensen, die zich blootgesteld zien aan een onbewogen werkelijkheid. Met name Italiaanse operacomponisten lieten zich door het verismo inspireren. In de Duitstalige landen leek die stroming beperkt te blijven tot een opera als Tiefland' (Eugen d'Albert's 'Tiefland' link).
Intussen gaan er echter in de serieuze muzikale wereld andere stemmen op, die vaststellen, dat Kienzl's opera's inhoudelijk verrassend aansluiten op de verismo-opera's van een Giordano, Mascagni, Leoncavallo en Puccini!

Korte inhoud van de opera:
Wilhelm Kienzl baseert het door hemzelf geschreven tekstboek op historisch overgeleverde gebeurtenissen:
Mathias, kantoorklerk in een Oostenrijks klooster, en zijn oudere broer, de leraar Johannes zijn beide verliefd op Martha, nichtje en pleegdochter van hun superieur. Het meisje beantwoordt Mathias' liefde, waarop de jaloerse Johannes haar vader inlicht. Mathias wordt ontslagen en neemt emotioneel afscheid van Martha. Johannes luistert dit samenzijn af en in blinde haat sticht hij brand.
Mathias wordt van de daad beschuldigd. Zijn ontslag moet het motief zijn geweest. Hij wordt veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf.
Na zijn vrijlating hoort Mathias, dat Martha een laatste rustplaats heeft gevonden in de Donau. Hij besluit door het land te trekken als evangelist.

'Der Kuhreigen' (1911)
De tekst van deze opera is opnieuw van Wilhelm Kienzl.
En weer zijn de gebeurtenissen op historische feiten gebaseerd en kan de inhoud als "veristisch" worden gezien.

Het verhaal speelt ten tijde van de Franse Revolutie (1792).
In de finale van de 1ste akte hangen Zwitserse huursoldaten van de Franse koning rond op de binnenplaats van een kazerne bij Parijs.
Onderofficier Primus Thaller (tenorpartij) legt in weemoedige stemming zijn arm om de schouders van een medesoldaat (Dursel) en maakt hem attent op de prachtige avondhemel: "Lug, Dursel, lug: Der Abend bricht herein.../Kijk, Dursel, kijk (vgl. het Engelse 'Look'): de avond breekt aan...".
In (vocale) vervoering wordt Primus - later ook Dursel - overmand door  heimwee naar het Zwitserse 'Heimatland'. Opeens begin hij zachtjes de verboden (!) melodie van de 'Kuhreigen' te zingen: 'Zu Straßburg auf der Schanz'. De overige mannen zingen geëmotioneerd met hem mee.
(De 'Kuhreigen' is een lied, waarmee eeuwenlang boeren in de Zwitserse Alpen hun koeien riepen om te worden gemolken).

Gealarmeerde Franse soldaten stormen de binnenplaats op om de 'opstandige' huursoldaten te arresteren. Primus, die bekent, dat hij met zingen is begonnen, wordt in de boeien geslagen. Hij zingt een laatste gebedscouplet.

De 2e en 3e akte draaien om de liefde tussen Primus en Blanchefleur.
Hij, een gevangen buitenlandse huursoldaat en zij, de echtgenote van een Franse markies. Blanchefleur pleit met succes bij de koning voor het leven van Primus.
Dan zorgt de revolutie voor een extreme rolwisseling. Blanchefleur krijgt de kans te kiezen tussen een leven aan de zijde van Primus en het schavot. Ze kiest het schavot.

Heimwee oftewel het probleem van de "Zwitserse ziekte"
'Zwitserse ziekte (heimwee)'
foto: Oskar Gustav Rejlander 1813-1875

















Zwitserse mannen waren gewild als huursoldaat in Franse en Nederlandse regeringsdienst. Maar een probleem was, dat ze bij het horen van vaderlandse liederen (bv. het 'Kuhreigenlied') dikwijls ziek werden van heimwee en halsoverkop deserteerden. Daarom stond op het zingen was dat soort liederen de doodstraf. Elders in Europa had de Schotse doedelzak dezelfde werking.

Kienzl's muziek
Tegen Kienzl's muziek heersten en heersen vooroordelen.
Critici wisten, dat de jonge Kienzl in Bayreuth Richard Wagner had geassisteerd. Prompt ontdekten zij Wagner in Kienzl's muziek.
Het was in Kienzl's tijd op zich lastig onder de schaduw van Wagner uit te komen. Maar Kienzl slaagde erin een eigen aansprekende weg in te slaan.
Een belangrijk en invloedrijk collega-componist als Erich Wolfgang von Korngold (1897-1957) prees de eenvoud en zingbaarheid van Kienzl's melodieën. Anderen veroordeelden die juist.

De oudere Wilhelm Kienzl

Kienzl reageerde in zijn biografie (1926) met bescheidenheid op de kritiek, die hij kreeg.
"In de kunst moet je of de zinnen prikkelen, of het hart treffen. Een tussenweg is er niet. Ik koos voor het laatste".  " Ik zou goedkoop profiteren van de werking, die het toneelgebeuren op de toeschouwer heeft? Dat is geen sluwe berekening, maar eerlijke kunst".

Wilhelm Kienzl had een bewonderenswaardig talent voor het schrijven van theatermuziek, die de mensen wist te raken: de zogeheten 'Volkston', die ongekunsteld en direct is, maar eenvoudig lijkt. Hij onderschreef - al dan niet bewust - het uitgangspunt van de liedcomponist Johann Abraham Peter Schulz (1747-1800). Volgens Schulz ligt het geheim van de 'Volkston' in de "schijn van het bekende". Een componist bereikt dat, als hij de voortschrijdende melodie consequent onderschikt maakt aan de loop van de tekst. Schulz laat dat o.a. horen in zijn bekende muzikale versie van het Matthias Claudius-gedicht 'Der Mond ist aufgegangen'.

YouTube-opnamen van de 1ste finale uit 'Kuhreigen':

De stemmen van Fritz Wunderlich en "zijn" mannenkoor klinken uiterst gepolijst en de stereo-opname is transparant.
De orkestbegeleiding lijkt eventuele associaties met Wagner zoveel mogelijk uit de weg te gaan.

Van Richard Tauber zijn in 1931 de 2 delen van de finale apart van elkaar opgenomen. Wat opvalt zijn Tauber's bijna nonchalante vocale gemak en de zelfverzekerde accenten, die hij hier en daar in de tekst plaatst. De regels van de bariton (Dursel) in 'Lug, Dursel, lug' zingt Tauber zelf.

Richard Kraus
Dirigent van de mono-opname met Rudolf Schock is Richard Kraus (1902-1978), zoon van Ernst Kraus (een eeuw geleden gevierd Wagner-tenor en goede vriend van Enrico Caruso!).
Richard Kraus en het orkest van de Deutsche Oper Berlin gaan de schaduw van Wagner niet uit de weg en scheppen een krachtig klankbeeld.
Een weemoedige Rudolf Schock en de zich met natuur en God verbonden voelende Primus Thaller vallen mooi samen.

Bariton Alfons Herwig

Schock, de heldenbariton Alfons Herwig (Dursel), de andere 'Zwitsers' en het orkest maken van het hoorspel een meeslepend schouwspel. Let op de onheilspellende inzet van het orkest na Primus' ferme 'Das klag' ich an!'. Je ziet de Fransen de binnenplaats opstormen.



Krijn de Lege, 9 oktober 2018

! Link to Schock's filmbiography: https://www.youtube.com/watch?v=OgnTZlOtIeE








Keine Kommentare: