DE COMPONIST PAUL ABRAHAM (1892 - 1960)
Een man met (te) veel eigenschappen. Vat vol tegenstrijdigheden. Eigenwijs en twijfelend. Slordig en overdreven precies. Uitbundige fantast en hypochonder.
Maar boven alles een enorm muziekdramatisch talent. Vernieuwer van de Duitstalige operette: importeert Amerikaanse dansritmes o.a. uit de jazzwereld, gloednieuwe harmonieën voor piano, saxofoon, gitaar/banjo en ('gestopte') trompetten, introduceert hammond- en lichtorgels, massale zoemkoren in luxedecors. Het revue-theater is geboren en de 'schlager'-operette begint haar zegetocht.
In 1930 is 'Viktoria und ihr Husar' (qua plot nog in de buurt van de late Lehár en qua muziek nog in die van Kálmán) een wereldsensatie. De operette speelt zich af tegen de zeer uiteenlopende, adembenemende decors van Siberië, Japan, Rusland en Hongarije.
In 1931 wordt dit succes door het exotische 'Blume von Hawaii' nog overtroffen.
De operettes zitten boordevol toegankelijke melodieën (veel blues, charleston, foxtrot en - engelse - wals)). De ensembles (afgezien van de sfeerkoren) beperken zich tot solo's en duetten. Veel muzieknummers zijn zo algemeen van inhoud, dat dirigenten/regisseurs tamelijk willekeurig te werk kunnen gaan: nu eens dit lied in die akte, dan weer dat lied niet in het midden, maar aan het eind van een bedrijf.
De operettes zitten boordevol toegankelijke melodieën (veel blues, charleston, foxtrot en - engelse - wals)). De ensembles (afgezien van de sfeerkoren) beperken zich tot solo's en duetten. Veel muzieknummers zijn zo algemeen van inhoud, dat dirigenten/regisseurs tamelijk willekeurig te werk kunnen gaan: nu eens dit lied in die akte, dan weer dat lied niet in het midden, maar aan het eind van een bedrijf.
In 1932 scoort Abrahem met 'Ball im Savoy' een derde hit, maar dit verhaal, dat zich behalve in Parijs en Venetië vooral in een snobistisch hotel in het luxe Nice afspeelt, haalt het hoge niveau van de vorige twee operettes niet helemaal en is geleidelijk aan op de achtergrond geraakt.
De Nazis komen aan de macht in 1933 en Paul Abraham, van joodse afkomst en beschouwd als maker van 'Niggermusik', moet halsoverkop emigreren. Hij laat thuis zo'n 200 composities achter, die vervolgens spoorloos verdwijnen (en wellicht onder andere namen later alsnog zijn uitgebracht). Van Wenen trekt hij naar Budapest, dan naar Londen, Parijs en Cuba. Zijn vlucht eindigt in New York. Pogingen het muzikale handwerk weer op te nemen mislukken. Abrahams muziek wordt in Amerika als achterhaald beschouwd. Op een dag dirigeert een verwarde Paul Abraham een onzichtbaar orkest op Madison Avenue en uiteindelijk veegt hij begin jaren vijftig als patiënt met een bezem de gangen schoon van een psychiatrische kliniek.
In de loop van die vijftiger jaren realiseert men zich in Duitsland met gêne, wat er van "hun" eens wereldberoemde componist is geworden. Er wordt een actie op poten gezet om hem terug te laten keren. In 1956 brengt men Paul Abraham naar Hamburg, waar hij na vier jaar overlijdt.
PAUL ABRAHAM-OPNAMEN MET RUDOLF SCHOCK:
1955: Radio-opnamen NDR-Hamburg (Arcade/Artone) met Valérie Bak, sopr. en Wilhelm Stephan, dir.
- Viktoria und ihr Husar: Duett: 'Reich' mir zum Abschied..'
- Blume von Hawaii: Titelsong (Schock)
- Blume von Hawaii: 'Du traumschöne Perle der Südsee' (Schock)
- Ball im Savoy: Duett: 'Ich hab' einen Mann, der mich liebt'
1959: Studo-opnamen van 'Viktoria und ihr Husar' en 'Blume von Hawaii' (Emi/Warner) met Anneliese Rothenberger, sopr., Harry Friedauer, tenor, Liselotte Schmidt, sopr. en Werner Schmidt-Boelcke, dir.
Overigens zijn Viktoria en haar huzaar al heel lang zoek. Op de recente golf van Warner's operette-heruitgaven drijft alleen de bloem van Hawaii.
!Via YouTube heb ik zojuist (februari 2016) twee fraaie fragmentjes uit 'Viktoria' naar een breder publiek doorgesluisd (zie bovenaan)!
Op basis daarvan en de 'Blume von Hawii'- selectie, kan vastgesteld worden, dat de opnamen o.l.v. de veelzijdige operette dirigent Werner Schmidt-Boelcke authentiek aandoen. Er heerst daadwerkelijk zoiets als een 'Paul Abraham-klimaat', ondanks het feit, dat er een beperkte en merkwaardige greep is gedaan uit zijn melodieën: het sympathieke buffopaar Friedauer-Schmidt krijgt niet zo veel te doen en Schock mag (op indrukwekkende wijze) een gehalveerd 'Reich mir...' bijna solo zingen. Anneliese Rothenberger (1924-2010 ) daarentegen zingt (wonderschoon, maar tegelijk wel erg eerbiedig) het lied 'Du traumschöne Perle der Südsee' en het merkwaardige daarvan is, dat dit een liefdesverklaring is aan haarzelf oftewel aan Laya, de mooie prinses (bloem) van Hawaii.
!1964: ZDF-tvfilm van 'Viktoria und ihr Husar' met Margit Schramm, sopr., Johannes Heesters en Wolfgang Ebert, dir. (is sinds 2015 - met dank aan DAHE - gelukkig weer op YouTube te zien, maar de onvermoeibare klok in het beeld stoort wel)!
Rudolf Schock (toen bijna 50) en Schramm groeiden na de opnamen uit tot hét operettepaar van de jaren zestig. Dirigent Wolfgang Ebert blijft verder verwijderd van Paul Abraham dan een decennium daarvoor Wilhelm Stephan: diens muzikale opvattingen waren authentieker.
1965: Studio-opname van 'Viktoria und ihr Husar' en 'Blume von Hawaii'
(Sony/Eurodisc) met Margit Schramm, sopr., Ferry Gruber, tenor, Liselotte Ebnet, sopr. en Werner Schmidt-Boelcke, dir.
(Sony/Eurodisc) met Margit Schramm, sopr., Ferry Gruber, tenor, Liselotte Ebnet, sopr. en Werner Schmidt-Boelcke, dir.
Werner Schmidt-Boelcke (1903-1985) is als dirigent weer actief in de tweetal Abraham-selecties (zie ook 1959). De muziek is door Wolfgang Friebe opnieuw gearrangeerd.
In een beperkt tijdsbestek van ongeveer 40 minuten komen in tegenstelling tot bij EMI (in 1959) vrijwel alle melodieën uit beide operettes aan bod, maar elke melodie is wel sterk ingekort. Het bekende duet ('Reich mir....') duurt hier 1.35. De radio-opname uit 1955 doet er ruim 4 minuten langer over (waarbij Bak en Schock in hoger tempo zingen!).
Een opmerkelijk lied als 'Bin nur ein Jonny' (uit 'Blume von Hawaii') is er gelukkig bij en de onvolprezen Ferry Gruber (1926-2004) zingt het perfect. Zo'n song doet helemaal recht aan het artistieke spectrum van Paul Abraham. Maar jammer, dat het kritische eerste couplet is geschrapt:
'Schwarzes Gesicht
wolliges Haar
grosses Saxophon.
Kennt Ihr mich nicht dort aus der Bar?
Applaus ist mein Lohn.
Doch im Salon oder beim Lunch
weicht mir jeder aus.
Zähl ja nicht voll
bin ja kein Mensch.
Ich bin nur ein Nigger usw.
Op deze CD zijn theatersfeer en dramatische handeling op de achtergrond geraakt en de drastische muzikale effecten door het nieuwe arrangement gedempt.
Het geheel wil niet meer zijn dan een aangename 'Melodienfolge' (potpourri van 'Ohrwürmer'!). Maar (gelukkig) ook niet minder: Schramm en Schock zingen onweerstaanbaar. Gruber (kort voor de opnamen tot Bayrischer Kammersänger benoemd) is een luxueuze buffo-tenor en Schmidt-Boelcke een door de wol geverfd operette-dirigent.
1971: Studio-opname Duet 'Reich mir zum Abschied noch einmal die Hände' uit 'Viktoria und ihr Husar' (Sony/BMG: Eurodisc) met Anna Moffo, sopr. en Werner Schmidt-Boelcke, dir.
In 1971 bracht BMG twee LPs uit met Anno Moffo (1932- 2006) en Rudolf Schock. Op de ene LP zongen zij operette-duetten, op de andere melodieën uit Amerikaanse musicals en films.
De uitstekende geluidsopnamen vielen mij op door een grote doorzichtigheid.
Wat de operette betrof, werden de duetten zeer compleet opgenomen. Soms zelfs meer dan compleet. Waarschijnlijk om de solisten nog eens extra te doen schitteren. Het gevolg is, dat de 56-jarige Rudolf Schock (tamelijk kort na zijn herstel van een hartinfarct en in toenemende mate geconfronteerd met veranderende stemmogelijkheden) een enkele keer in vokale problemen komt (bijv.bij de overbodige "toegift" in het "Graf von Luxemburg"- duet). Stonden de opnamen onder tijdsdruk en/of was er wat mis gegaan bij de definitieve geluidsmontage?
In het 'Reich mir noch einmal...'- duet dreigt heel even ook zo'n probleem in het laatste deel van de opname ("....Liebe und Glück...."). Toch loont het zeer de moeite naar de complete uitvoering van dit duet te luisteren. Schock zingt met fijne nuances: o.a. met een enigszins cynische (of ironische?) ondertoon bij: "Einmal, da wirst du an mich denken...". Moffo is een stemzware Viktoria. Ze zingt imposant, maar wel als in een opera seria (Vgl de lichtheid van Schramm en met name Bak).
1985: Live-opname (Tros-tv-Nederland) duet 'Reich mir zum Abschied...' uit het Concertgebouw Amsterdam met Cristina Deutekom, sopr. en Franz Bauer-Theussl, dir. (SINDS 2009 OP CD/DVD VERKRIJGBAAR: ZIE 'Rudolf Schock op film en DVD'!)
In september 1985 zong Rudolf Schock voor de laatste keer in een 'Abend in Wien'-concertserie. Naast Cristina Deutekom (geb. 1931 en ooit internationaal een gevierde 'Koningin van de Nacht' in Mozarts 'Zauberflöte') en Schock was bas-bariton Marco Bakker de 3e solist. (NB: Ik herinner er in dit verband aan, dat Cristina Deutekom in 1968 al een keer met Schock onder Robert Stolz in een 'Abend in Wien'-concert optrad. Zij viel toen in voor de zieke Margit Schramm).
De opname van het Paul Abraham-duet is een ontroerend document. De stijl, waarin 'elkaar nog één keer de handen gereikt wordt' was enerzijds plechtig (Deutekom) en anderzijds camouflerend en compenserend (Schock). Schocks passage van '....Liebe und Glück..' lukte veertien jaar na de opname met Anna Moffo overigens weer prima. En dat vleugje cynisme of ironie bij 'Einmal, da wirst du an mich denken'? Dat was volgens mij sterker geworden.
Krijn de Lege, 6 november 2007/15 juni 2010/17 februari 2016
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen