RUDOLF SCHOCK zingt FRANZ SCHUBERT
1) "Der Musensohn / The Son of the Muses": A true celebration of life and music! Text by Johann Wolfgang von Goethe, music by Franz Schubert, piano by Adolf Stauch.
D e u t s c h :
Es fing 1957 mit Brahms an.
Danach kamen Schumann, Wolf und (Richard) Strauß. Nach der Pause SCHUBERT, dann zwei Opernarien und erst nach einer Stunde und drei Viertelstunden erfüllte er Publikumswünsche. So ging das während des Konzerts, das ich als Fünfzehnjähriger in Rotterdam erlebte, und so machte Schock es seit den Fünfzigern und Sechzigern nahezu immer. Die Kunstlieder gehörten ja, wie innerhalb der Tradition der deutschen klassischen Gesangskunst üblich, zu seinem festen Repertoire.
Rudolf Schock hat in seinem Leben neben allen Opern- und Operettenaktivitäten mehr als 300 'Liederabende' in ca. 130 Städten versorgt. Gut 200 Kunstlieder wurden auf der Schallplatte festgehalten, wovon verschiedene Lieder zweimal. Letzteres geschah u.a. mit Robert Schumanns Liederzyklus 'Dichterliebe'. Von Franz Schubert nahm Schock 1958 'Die schöne Müllerin' auf - mit dem namhaften Pianisten Gerald Moore als Begleiter - und später in seiner Laufbahn (1970) die 'Winterreise'. Der Schwerpunkt der Schock-Aufnahmen liegt bei SCHUBERT (etwa 80 Lieder), Schumann, R. Strauß, Wolf, Loewe und Brahms, aber wir begegnen auch Mozart, Cornelius, Dvorák, Tschaikowsky, Grieg u.a.
2)"Der Doppelgänger / Doppelganger": Fascinating combination of lyrics and music about a lost love that never stopped tormenting. Text by Heinrich Heine, music by Franz Schubert, piano by Ivan Eröd.
E n g l i s h :
It started in 1957 with Brahms. Then came Schumann, Wolf and (Richard) Strauss. After the break, SCHUBERT, then two opera arias and only after an hour and three quarters of an hour did he fulfill the audience's wishes. That's how it went during the concert that I experienced as a fifteen-year-old boy in Rotterdam, and that's how Schock has done it almost always since the fifties and sixties. The art songs were part of his regular repertoire, as is usual within the tradition of German classical singing.
Most of the halls in which he sang - for example the hall of the Vienna 'Musikverein' - were actually too big for the intimacy of the art song. But he didn't mind. A large audience longed to hear Rudolf Schock sing, and that could only be achieved when he performed in large halls. The accompaniment was not provided by an orchestra. A single pianist on the grand piano was enough.
In this way, Rudolf Schock introduced thousands and thousands more people from all walks of life to art songs for the first time. Many of them were young people. They wanted to see and hear Schock live because they knew him from his films. They had often bought records with 'hits' from those films, but now they were also served opera arias. In addition, Rudolf Schock treated them - as if it were a matter of course - to plenty of songs by Schumann, Brahms, Wolf, (Richard) Strauss and Schubert. It would be hard to imagine a more effective musical education and 'emancipation of the people'.
In addition to all his opera and operetta activities, Rudolf Schock provided more than 300 'song evenings' in around 130 cities during his life. A good 200 art songs were recorded, some of which were recorded twice. The latter happened with Robert Schumann's song cycle 'Dichterliebe', among others. In 1958 Schock recorded 'Die schöne Müllerin' by Franz Schubert - with the renowned pianist Gerald Moore as accompanist! - and later in his career (1970) 'Winterreise'. The focus of Schock's recordings is on SCHUBERT (around 80 songs), Schumann, R. Strauss, Wolf, Loewe and Brahms, but we also encounter Mozart, Cornelius, Dvorák, Tchaikovsky, Grieg and others.
N e d e r l a n d s :
Hij begon met Brahms. Daarna kwamen Schumann, Wolf en (Richard) Strauß. Na de pauze eerst SCHUBERT, dan twee opera-aria's en pas na één uur en drie kwartier vervulde hij wensen van het publiek.
Zo ging dat tijdens het concert, dat ik als 15-jarige in Rotterdam meemaakte en zo deed Rudolf Schock dat vanaf de jaren vijftig vrijwel altijd. Klassieke liederen ('Kunstlieder') hoorden bij zijn vaste repertoire, zoals gebruikelijk binnen de traditie van de Duitse klassieke zangkunst.
Veel zalen, waarin hij zong (bijv. de Wiener Musikvereinssaal, van waaruit jaarlijks het nieuwjaarsconcert op tv was), waren eigenlijk te kolossaal voor de intimiteit van het klassieke lied. Maar dat kon niet anders. Een groot publiek wilde Schock nu eenmaal dolgraag horen en dat kreeg je alleen voor elkaar als men hem in grote zalen en hallen liet optreden. Van begeleiding door een orkest was er bij dit soort concerten meestal geen sprake. Een pianist achter een vleugel volstond.
Op deze manier bracht Rudolf Schock duizenden en nog eens duizenden mensen uit alle lagen van de bevolking - vaak voor het eerst van hun leven - in aanraking met het klassieke lied. Onder hen waren veel jongeren. Zij waren naar Schock komen luisteren, omdat zij hem kenden van zijn films. Dikwijls hadden ze grammofoonplaten met 'liedjes' uit die films, maar tijdens zijn concerten kregen ze ook opera-aria's geserveerd. En - alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was - liederen van Brahms, Schumann, Schubert en Richard Strauß. Een effectievere muzikale opvoeding en 'verheffing des volks' kan ik mij niet voorstellen.
Bescheiden geschat heeft Rudolf Schock gedurende zijn leven naast alle opera- en operetteactiviteiten meer dan 300 'Liederabende' in ca 130 steden verzorgd. Hij zong ruim 200 'Kunstlieder' op de plaat, waarvan diverse liederen tweemaal. Dat gebeurde o.a. met Robert Schumanns liederencyclus 'Dichterliebe'. Van Franz Schubert nam Schock in 1958 'Die schöne Müllerin' op (met de vermaarde pianist Gerald Moore als begeleider) en later in zijn loopbaan 'Winterreise'. Het accent van Schock's lied-opnamen ligt op Schubert (zo'n 80 liederen), Schumann, R. Strauß, Wolf, Loewe en Brahms. Ook komen we Mozart, Cornelius, Dvorák, Tschaikowsky, Grieg e.a. tegen.
3) "Nacht und Träume / Night and Dreams": Met passende toneelbeelden van Samuel Beckett, tekst van Heinrich Heine, muziek van Franz Schubert en pianobegeleiding van Adolf Stauch
4) "Ständchen: Leise flehen meine Lieder / Serenade: Softly my songs plead": Met tekst van Ludwig Rellstab, muziek van Franz Schubert en pianobegeleiding van Adolf Stauch.
5) "Ihr Bild / Her Portrait": Een lied, waar men stil van wordt. Met tekst van Heinrich Heine, muziek van Franz Schubert, en pianobegeleiding van Ivan Eröd.
6) "Du bist die Ruh/You are rest and peace": Smartelijke liefde, complete overgave / Schmerzhafte Liebe, völlige Hingabe / Painful love, complete surrender!
7) "Sei mir gegrüßt / I greet you": De geliefden zijn van elkaar gescheiden. Tussen hen staat mogelijk de dood / Die Geliebten sind voneinander getrennt. Zwischen ihnen steht möglicherweise der Tod / The lovers are separated. Death may stand between them.
8) "Am Meer / By the sea": Daar vertelden haar tranen, dat de liefdesrelatie met hem was verbroken. Hem restte verbittering. / Dort verrieten ihre Tränen, die Liebesbeziehung mit ihm sei zerbrochen. Er blieb verbittert zurück / There her tears told that the love affair with him had been broken. He was left with bitterness.
9) "Auf dem Wasser zu singen / To be sung on the water":
FRIEDRICH LEOPOLD GRAF zu STOLBERG (1750 - 1819) schrieb das Gedicht 1782 für seine Gattin AGNES. Sie sollte schon 1789 im Alter von 27 Jahren sterben.
F.L. Count of Stolberg wrote the poem in 1782 for his wife AGNES. She was to die in 1789 at the age of 27.
10) "Im Abendrot / In the glow of the evening"Krijn de Lege, 16.12.2024
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen