Froh in 'Das Rheingold' (Wagner) (de 1e grotere rol in 1936) |
1934 - 1959
Rudolf Schocks zangersloopbaan begint in 1934 in het operakoor van Duisburg en eindigt met zijn overlijden in 1986.
Uit de periode 1934 - 1946 zijn geen geluidsopnamen beschikbaar, die zijn stem documenteren.
In een 'Lohengrin'-opname uit Bayreuth (1936) onder de dirigent Wilhelm Furtwängler zingt hij weliswaar mee, maar hij doet dat als een stem onder vele andere in het "Festspiel"-koor.
De allereerste opnamen met Schock als solist zijn van 21 september 1946 (Mozart's 'Grote Mis in C-Moll KV 427'). Hij is dan al 31 jaar, maar op grond van o.a. het feit, dat hij in 1936 wordt geselecteerd voor het koor van Bayreuth en men hem in de periode 1940 - 1944 hoofdrollen in Wenen, Dresden en Berlijn toevertrouwt, mag gerust geconcludeerd worden, dat hij in die jaren over een veelbelovende stem moet hebben beschikt.
Een mogelijk grote carrière wordt echter ondanks deze sporadische optredens door de Tweede Wereldoorlog zo goed als afgebroken. Schock vecht bij Stalingrad, vecht in de Ardennen en raakt 1945 in krijgsgevangenschap.
In de herfst van 1945 krijgt hij dan echter de gelegenheid in Hannover als Lyonel in de opera 'Martha' van Von Flotow zijn zangersloopbaan te hervatten. Begin 1946 wordt Rudolf Schock geengageerd door de Berlijnse Staatsopera en binnen korte tijd stelt hij dolgelukkig vast, dat het publiek speciaal voor hem naar de opera komt.
Berlijn, Hamburg, Salzburg, Londen, Australië: een wereldcarrière komt alsnog op gang.
In 1947 melden zich radio en grammofoonplatenindustrie en ook wordt hij betrokken bij de allereerste opera-producties op tv.
Vanaf dit moment is Schock een schaap met vijf poten. Hij werpt zich energiek in het operaleven, maar zingt ook operette en liederen. Aan de lopende band is hij actief in de opnamestudio's en op allerlei podia.
Van groot belang voor de tijd van nu is, dat Schock tussen 1947 en 1958 veel opera en operette voor de radio heeft opgenomen. Duitsland, dat zwaar gebombardeerd was, had een groot gebrek aan theaters en een oplossing was, dat toneel en opera/operette als 'hoorspel' werden uitgevoerd.
Het gevolg was, dat talloze opera's/operettes met gevierde zangers onder beproefde dirigenten op band werden opgenomen en na uitzending (meestal) bewaard bleven. Dankzij dit feit hebben wij vandaag de dag de beschikking over telkens weer "nieuwe" muziekopnamen op CD van een uitstekende (mono-)geluidskwaliteit.
Vooral na 2000 is - onderbouwder dan ooit - vast te stellen, dat Rudolf Schock in de periode tot de Tauber/Schockfilm 'Du bist die Welt für mich' (1953/1954) schitterend zong en dat zijn loopbaan zich op een buitengewoon veelzijdige wijze ontvouwde...
Krijn de Lege, 19.3.2014
(Wordt vervolgd)