
In 1819 schrijft Sir Walter Scott de historische roman 'The Bride of Lammermoor' en in 1835 componeert Gaetano Donizetti de romantische opera 'Lucia di Lammermoor'.
Tekstschrijver Salvatore Cammarano baseert zijn libretto losjes op Scott's roman:
Lucia van Lammermoor houdt zielsveel van Edgardo van Ravenswood. Lucia en Edgardo ontmoeten elkaar in het geheim. Lucia's broer Enrico wil, dat Lucia met Lord Arturo Bucklaw een verstandshuwelijk aangaat, omdat hem dat politiek goed uitkomt. Als Enrico hoort, dat Lucia een relatie onderhoudt met aartsvijand Edgardo, chanteert hij haar met de mogelijkheid, dat hij, haar broer, door de nieuwe machtshebbers wel eens onthoofd zou kunnen worden, als zij niet met Bucklaw trouwt. Bovendien zegt hij te weten, dat Edgardo haar ontrouw is. Lucia tekent het huwelijkscontract. Tijdens het feest stormt Edgardo de zaal binnen. Hij beschuldigt Lucia van verraad (het bekende sextet). In d

Over Lucia en haar sopranen
In de drie jaren na 'L'elisir d'amore' (1832) produceert Donizetti weer in een razend tempo o

Ma

De dramatische sopraan Maria Callas (1923-1977) verovert het dramatisch-romantische operawerk van Donizetti (en Bellini) door de zeldzame combinatie van "fysieke kracht, gloedvolle, dramatische voordracht" (Kutsch/Riemens-1986) én een prachtige, direct herkenbare stem, "die zowel in de hoogte als in de laagte geen begrenzingen" (Alfred A. Goodman-1971) lijkt te kennen. Bij Callas is het afgelopen met de vocale versieringen om wille van de versieringen zelf: zang en spel moeten in dienst staan van een zo geloofwaardig mogelijke uitbeelding van de centrale opera-figuur. Callas brengt op slag het traditionele Italiaanse 'bel canto' terug tot een overblijfsel uit het verleden. Voor Friedrich Herzfeld ('Schallplattenführer für Opernfreunde'-1962) is Callas' Lucia hét rolmodel voor "allen, die een ongelukkige liefdesrelatie hebben". Als zij de waanzin-aria zingt,"schieten alle pogingen om de overweldigende indruk te beschrijven, die dat maakt, tekort. Hier neemt een vrouw afscheid van de wereld, waarvan zij gehouden heeft".
Maria Callas' opvatting over de rol van Lucia vindt nog altijd bij veel - dramatisch getalenteerde - zangeressen navolging. Coloratuur-zangeressen echter zochten én vonden weer andere wegen, die naar een - net zo goed geaccepteerde - synthese van Donizetti's bel canto en Callas' dramatiek hebben geleid. Nog ten tijde van Maria Callas (1959) gold dat voor de fameuze Australische sopraan Joan Sutherland en al in 1956 - nog drie jaar eerder dus - voor de Duitse coloratuursopraan Erika Köth.
Erika Köth zingt Lucia di Lammermoor
Erika K
Opera-ensemble van wereldklasse op de grammofoonplaat

De jaren vijftig zijn de jaren, waarin Electrola-producent Fritz Ganss (zie foto met Erika Köth/Photo Horst Maack, Berlin) een uitgelezen ensemble van gelauwerde en veelbelovende opera-zangers formeert voor een 'basiscatalogus' van hoofdzakelijk Duits gezongen, commerciële opera- (én operette!-)-opnamen: veel aria's en duetten, ook een paar complete opera's, maar vooral - met dank aan het nieuwe LP-format - 'Querschnitte' (selecties) uit het Duits-Oostenrijkse, Italiaanse, Franse en Oost-Europese muz

W

Begin 1957 neemt Schüchter hoogtepunten op uit Donizetti's 'dramma tragico' 'Lucia di Lammermoor' met natuurlijk Erika Köth als Lucia. Electrola brengt de opnamen vervolgens op LP uit. Na digitale 'remastering' verschijnen ze in 2000 op CD (EMI/Electrola: nr. 7243 8 26433 2 6).
Details 'Lucia di Lammermoor' op LP/CD
Lord Henry (Enrico) Ashton: Josef Metternich, bariton
Lucia, zijn zuster: Erika Köth, sopraan
Edgard(o) von (di) Ravenswood: Rudolf Schock, tenor
Lord Arthur (Arturo) Bucklaw: Manfred Schmidt, tenor
Raimondo Bidebent, Lucia's opvoeder: Gottlob Frick, bas
Alisa, Lucia's kamenierster: Hertha Töpper, alt
Koor van de 'Städtische Oper Berlin' o.l.v. Hermann Lüddecke
Elfriede Hübner: harpsolo (CD-track 1 en 4)
Helmut Höwing: fluitsolo (CD-track 13 t/m 16)
Berliner Symphoniker o.l.v. WILHELM SCHÜCHTER.
Opnamen: 30/31 januari 1957 in Berlijn (Grunewaldkirche)
Opnameleider: Horst Lindner
Producent: Fritz Ganss.
Over de opnamen
i

'........Die Kerzen leuchten,
Schon glimmt der Weihrauch
Es naht der Priester
Reiche mir die Rechte! O Tag der Freude!
Endlich bin ich dein, du der Meine!
Wir sind auf immer vereint.......'
*****
('.........Ardon gl'incensi
Splendon le sacre faci, splendon intorno!
Ecco il ministro! Porgimi la destra.
Oh lieto giorno, oh lieto!
Alfin son tua, alfin sei mio!
A te mi dona un Dio.......')
Als Erika Köth over 'de kaarsen, die schitteren' zingt, pleegt zij een regelrechte aanslag op de traanklieren. Dat doet Köth bij mij precies op het moment, dat ze het woord 'leuchten' plotseling in volume terugneemt. De rest van de gezongen woorden kan ik dan niet meer lezen, maar - godzijdank - wel horen.
De ruim 4




*****
W

Het lijkt mij in retrospectief een noodzakelijke constatering, dat de muziekwereld te lang aan de veelzijdige kwaliteiten van de dirigent Wilhelm Schüchter is voorbij gegaan. Alles, wat Schüchter op opera-gebied in de veertiger, vijftiger en zestiger jaren in Duitsland, Oostenrijk en Japan presteerde, kreeg beperkte waardering. Na vijf geslaagde opera-voorstellingen in Wenen tussen 1972 en 1974 bood de Weense Staatsopera hem een contract voor nog eens 40 opera-avonden aan. Tot die avonden kwam het echter niet meer: Wilhelm Schüchter overleed op 27 mei 1974.
Vandaag de dag liggen de kaarten anders: Zijn opera-CD's krijgen nu wel waardering en men verbaast zich over de bandbreedte en de hoge kwaliteit van zijn kunstenaarsschap. Wilhelm Schüchter kon alles: Wagner en Verdi, Puccini en Massenet, Lehár (ja, ook operette!) en Donizetti, Offenbach en Mussorgski, Tschaikowski en Auber, Mascagni en Mozart, Beethoven én Richard Tauber's 'Du bist die Welt für mich', dat - gezongen door Rudolf Schock - onder Schüchters leiding tot evergreen werd.
Krijn de Lege, 20.6.2023