IVÁN ERÖD in Memoriam

IN MEMORIAM IVÁN ERÖD 1936 - 2019

E N G L I S H:
Iván Eröd died. End of June 2019.
As a 26-year-old solo répétiteur / piano accompanist for the Vienna premiere of Alban Berg's 'LULU' in 1962 he attracted the attention of conductor Karl Böhm AND "Alwa" tenor Rudolf Schock.
Schock invited Eröd to a piano partnership that would take eighteen years.
In addition Iván Eröd acquired himself as a composer a big name in Central Europe
(Website: www.ivan-eroed.at ).

Rudolf Schock & Iván Eröd perform from the song composer Carl LOEWE and with lyrics of Theodor FONTANE:
The ballad "TOM THE RHYMER" (opus 135a).
Iván Eröd accompanied in the fall of 1980 on the piano Rudolf Schocks last major record recording.

D E U T S C H: 

Iván Eröd ist gestorben. Ende Juni 2019.

Als Solorepetitor/Klavierbegleiter für die Wiener Erstaufführung von Alban Bergs 'LULU' 1962 zog er die Aufmerksamkeit des Dirigenten Karl Böhm UND "Alwa"-Darstellers Rudolf Schock auf sich.

Schock lud Eröd zu einer Klavierpartnerschaft ein, die achtzehn Jahre dauern sollte.

In den Jahren, die folgten, erwarb sich Iván Eröd als Komponist einen grossen Namen in Mitteleuropa

(Webseite: www.ivan-eroed.at).

Rudolf Schock & Iván Eröd führen vom Liedkomponisten Carl Loewe und auf Text von Theodor Fontane:

Die Ballade "Tom der Reimer" (Opus 135a).

Iván Eröd begleitete im Herbst 1980 am Klavier Rudolf Schocks letzte grössere Schallplatten-Einspielung.

Also with Schock & Eröd/Auch mit Schock & Eröd:

Krijn de Lege, 11.8.2019

INVITATION TO Berté/SCHUBERT's "HOUSE OF THREE GIRLS/DAS DREIMÄDERLHAUS"!

" ... A pure musical genius in 'Dreimäderlhaus' (1958) personified is an outstanding German tenor Rudolf Schock as Baron Schober. He sings as hardly anyone else in motion pictures and deserves great degree of attention" 
(IMDb member Marcin Kukuczka from Poland, born 1979)
















LINKS TO my UPDATED blog article on this "Singspiel/sing-play":

RUDOLF SCHOCK zingt Heinrich Berté/FRANZ SCHUBERT (Nederlandse versie)
RUDOLF SCHOCK singt Heinrich Berté/FRANZ SCHUBERT (Deutsche Version)
ENGLISH translation via:  https://translate.google.com.


N E D E R L A N D S:

Inhoud bovengenoemde links:

•  de wordingsgeschiedenis van dit merkwaardige zangspel,
•  de kwellingen van de oorspronkelijke componist Heinrich Berté.
•  Berté's uiteindelijke arrangement met alleen maar muziek naar composities van Franz Schubert, die bijna een eeuw na zijn dood toch nog het grote muziektheater-succes had, waar hij tijdens zijn leven zo naar had verlangd.
• wat in het zangspel waarheid is en wat erbij is gefantaseerd.
• de film, die Sissi-regisseur Ernst Marischka in 1958 maakte met Karlheinz Böhm als Schubert en Rudolf Schock als zijn vriend Franz von Schober. Marischka zette centraal de driehoeksverhouding tussen Schubert, Von Schober en Hannerl, één van de drie meisjes uit het "Dreimäderlhaus". De climax daarvan is het hartstochtelijke Schubertlied 'Ungeduld', waarmee de in liefdesaangelegenheden uiterst onhandige Schubert aan Hannerl zijn liefde verklaart. Hij doet dat namelijk indirect door Franz von Schober dit lied te laten zingen. Na de laatste noot stort Hannerl zich dan ook in de armen van Von Schober.
• grammofoonplaatopnamen uit het werk, die met Rudolf Schock zijn opgenomen. In 1974 verscheen - t.g.v. een serie theateruitvoeringen met Schock - een LP met hoogtepunten uit het "Driemeisjeshuis". Op deze LP worden de drie meisjes gezongen door stersopraan Renate Holm, Schock's nichtje Karin Schock en zijn oudste dochter Isolde. Isolde Schock-Dehn, die een veelbelovende mezzo-sopraanstem had en daarmee ook af en toe optrad, overleed in 1983 aan een ernstige ziekte.
• Rudolf Schock zingt op de LP de rol van Schubert, zoals de zangspel-plot het voorschrijft. Zijn finale-lied ("Nicht Klagen...") heeft een opvallend rake tekst, die Schubert's historisch aantoonbare frustraties bij de omgang met meisjes en vrouwen knap inzichtelijk maakt. 

D E U T S C H:

Inhalt obengenannter Links:

·       die Geschichte dieses bemerkenswerten Gesangsspiels,

·       die Qualen des ursprünglichen Komponisten Heinrich Berté,

·       Berté‘s letztes Arrangement mit nur Musik basierend auf Kompositionen von Franz Schubert, der fast ein Jahrhundert nach seinem Tode doch noch den großen Musiktheatererfolg hatte, nach dem er sich in seinem Leben so sehr gesehnt hatte.

·       Was historisch stimmt im Singspiel und was darin phantasiert wurde,

·       der Film, den Sissi-Regisseur Ernst Marischka 1958 mit Karlheinz Böhm als Schubert und Rudolf  Schock als seinem Freund Franz von Schober drehte. Marischka rückte die Dreiecksbeziehung zwischen Schubert, Von Schober und Hannerl, einem der drei Mädchen aus dem Dreimäderlhaus, in den Mittelpunkt. Das macht er mit dem leidenschaftlichen Schubert-Lied „Ungeduld“, womit der in Liebessachen äußerst ungeschickte Schubert Hannerl seine Liebe erklärt. Er tut dies indirekt, indem er Franz von Schober dieses Lied singen lässt. Nach der letzten Note fällt Hannerl denn auch Von Schober in die Arme,

·       Schallplattenaufnahmen aus dem Werk, die mit Rudolf Schock aufgenommen wurden. 1974 - gelegentlich einer Reihe vonTheateraufführungen mit Schock – erschien eine LP mit Highlights aus dem ‚Dreimäderlhaus‘. Auf der LP werden die drei Mädchen von Star-Sopranistin Renate Holm, Schocks Nichte Karin Schock und seiner ältesten Tochter Isolde gesungen. Isolde Schock-Dehn, die eine vielversprechende Mezzosopran-Stimme hatte und auch gelegentlich auftrat, starb 1983 an einer schweren Krankheit. Rudolf Schock singt auf der LP die Rolle von Schubert, wie es auch  die Singspielhandlung vorschreibt. Sein Finale-Lied ("Nicht Klagen ...") hat einen auffallend treffenden Text, der Schuberts historisch nachweisbare Frustration im Umgang mit Mädchen und Frauen klug einsichtig macht.

E N G L I S H:

Content above-mentioned Links:

• the history of this remarkable “Singspiel/sing-play”,

• the torments of the original composer Heinrich Berté.

• Berté's final arrangement with only music based on compositions by Franz Schubert, who almost a century after his death still had the great musical theater success he had longed for during his life.

• what is true in the “Singspiel” and what is fiction?

• the film that “Sissi” director Ernst Marischka made in 1958 with Karlheinz Böhm as Schubert and Rudolf Schock as his friend Franz von Schober. Marischka centered on the triangular relationship between Schubert, Von Schober and Hannerl, one of the three girls from the "Dreimäderlhaus". The climax is the passionate Schubert song “Ungeduld/Impatience”, with which the extremely clumsy Schubert in love affairs actually declares his love to Hannerl. He does that indirectly by having Franz von Schober sing this song. After the last note, Hannerl falls therefore into the arms of Von Schober.

• recordings from the work, which were made with Rudolf Schock.

In 1974 - on the occasion of a series of theater performances with Schock – highlights from the "Three Girls House" were published on LP: The three girls are sung by star soprano Renate Holm, Schock's niece Karin Schock and his eldest daughter Isolde. Isolde Schock-Dehn, who had a promising mezzo-soprano voice and therefore occasionally performed it, died in 1983 of a serious illness.

Rudolf Schock sings the role of Schubert, as the plot prescribed. His final song ("Nicht Klagen/No Complaints ...") has a surprisingly striking text, which makes Schubert's historically detectable frustrations when dealing with girls and women cleverly clear.

Krijn de Lege, 31.7.2019

Rudolf Schock & Karl Ridderbusch: 'Der Mond ist aufgegangen/The Moon has Risen'

In Word and Deed

Rudolf Schock has never taught singing in a formal sense.

But in word and deed, he has fully inspired and/or encouraged younger singing colleagues - according to interviews and life stories.

Among them the female singers Sylvia Geszty, Renate Holm, Christa Ludwig and Margit Schramm and the male singers Josef Protschka, Nicolai Gedda, Jonas Kaufmann and Peter Schreier.

The most striking was his discovery during a talent show in 1956 of the later world famous opera bass Karl Ridderbusch. Schock part-funded Ridderbusch for the singing training.

In a modest amateur recording from Düsseldorf in November 1983, both singers can be heard in two couplets of the well-known but always fascinating song "Der Mond ist aufgegangen (The moon has risen)".

Karl Ridderbusch colors his voice    as lightly as possible and 68-year-old Rudolf Schock sings with solemn surrender. The pianist is G. Trimborn.

I owe this special document to Ludwig Stumpff, Schock expert and "Verehrer", who died in 2017.

In Woord en Daad

Rudolf Schock heeft in formele zin nooit zangonderwijs gegeven.

Maar in woord en daad heeft hij jongere zangcollega’s - naar blijkt uit hun interviews en levensverhalen - volop geïnspireerd en/of gestimuleerd.

Onder hen de zangeressen Sylvia Geszty, Renate Holm, Christa Ludwig en Margit Schramm en de zangers Josef Protschka, Nicolai Gedda, Jonas Kaufmann en Peter Schreier.

Het meest opmerkelijke was zijn ontdekking bij een talentenjacht in 1956 van de later wereldberoemd geworden opera-bas Karl Ridderbusch. Schock bekostigte voor een belangrijk deel de zangopleiding van Ridderbusch.

In een bescheiden amateuropname uit Düsseldorf van november 1983 zijn de twee zangers te horen in enkele coupletten van het bekende, maar altijd weer pakkende lied “Der Mond ist aufgegangen".

Karl Ridderbusch kleurt zijn stem zo licht mogelijk en de 68-jarige Rudolf Schock zingt met plechtige overgave.

De begeleidende pianist is G. Trimborn.

Ik heb deze bijzondere opname te danken aan Rudolf Schockkenner en – “Verehrer” Ludwig Stumpff, die in 2017 is overleden.

In Wort und Tat

Rudolf Schock hat nie Gesang in formalem Sinne unterrichtet.

Aber in Wort und Tat hat er jüngere Gesangskollegen stark inspiriert und/oder stimuliert - laut ihren Interviews und Lebensgeschichten.

Darunter die Sängerinnen Sylvia Geszty, Renate Holm, Christa Ludwig und Margit Schramm sowie die Sänger Josef Protschka, Nicolai Gedda, Jonas Kaufmann und Peter Schreier.

Am auffälligsten war seine Entdeckung 1956 während einer Talentshow des späteren weltberühmten Opernbasses Karl Ridderbusch. Schock finanzierte weitgehend die Gesangsausbildung von Ridderbusch.

In einer bescheidenen Amateuraufnahme aus Düsseldorf im November 1983 sind die beiden Sänger in zwei Couplets des bekannten, aber immer einprägsamen Liedes "Der Mond ist aufgegangen" zu hören.

Karl Ridderbusch färbt die Stimme so leicht wie möglich und der 68-jährige Rudolf Schock singt mit feierlicher Hingabe.

Der begleitende Pianist ist G. Trimborn.

Diese besondere Aufnahme verdanke ich Rudolf Schock-Verehrer Ludwig Stumpff, der 2017 gestorben ist.       

**********************************
Rudolf Schock sings 'Der Mond ist aufgegangen' in 1965.
Text (1779): Matthias Claudius/Musik (1790): Johann Abraham Peter Schulz
On Youtube/Upload 2011 by MadameNouveau:




Krijn de Lege, 26.6.2019

RUDOLF SCHOCK sings 'MORGEN/TOMORROW!' by RICHARD STRAUSS 1957 & 1960

NEDERLANDS:

Aan de studio-versie uit 1957 van één van de allermooiste liederen van RICHARD STRAUSS voegde ik een LIVE-uitvoering uit 1960 toe.

Het is een zeldzaam verstilde opname, die - hoewel geluidstechnisch zwak - mij en naar ik hoop velen met mij zeer raakt.

Over de studio-versie uit 1957:
De videobeelden zijn strikt persoonlijk: Mijn eigen "drie-generaties"-interpretatie verschilt geheel en al van de gangbare uitleg van de liedtekst. 
Die uitleg is: Aan het huwelijk van Richard Strauss en zijn vrouw Pauline gingen spanningen vooraf. Richard gaf daarom Pauline het lied 'Morgen!' als verzoenend huwelijksgeschenk.
De oorspronkelijke tekst van schrijver/dichter John Henry Mackay heeft echter betrekking op een ander(e) (ge)liefde, van wie en de aard waarvan weinig vaststaat.

R. Strauss met zijn zoon

Dit bood mij vrijheid voor de gekozen beelden, die in elk geval de 'liefde' centraal stellen.
Verder kan iedereen voor zichzelf aftasten, wat die beelden haar of hem hebben te zeggen.

ENGLISH:

To the studio recording from 1957 of one of the most beautiful songs by RICHARD STRAUSS, I added a LIVE performance from 1960.

It is a rare serene recording, which - although sound technically weak - affects me and I hope many with me.

About the studio recording from 1957:
The video images are strictly personal: My own "three-generations" interpretation differs entirely from the most accepted explanation of the lyrics.

This explanation is: Tensions preceded the marriage of Richard Strauss and his wife Pauline. Richard then gave Pauline the song 'Morgen!' as a revealing wedding gift.

The former text of writer/poet John Henry Mackay, however, relates to another love, of whom and the nature of which little is certain.

J.H. Mackay

This gave me freedom for the chosen images, which in any case put 'love' at the center.

Furthermore, everyone can scan for themselves, what those images have to say to her or him.

DEUTSCH:

Zur Studioversion von 1957 eines der schönsten Lieder von RICHARD STRAUSS

fügte ich eine LIVE-Version von 1960 hinzu.

Es ist eine seltene, innige Aufnahme, die - obwohl klangtechnisch schwach - mich, und ich hoffe, viele mit mir stark berührt.

Über die Studioversion von 1957:
Die auserwählten Videobilder sind streng persönlich, denn meine "Drei-Generationen"-Interpretation unterscheidet sich völlig von der üblichen Erklärung des Textes.

Diese Erklärung lautet: Spannungen gingen der Ehe von Richard Strauss und seiner Frau Pauline voraus. Richard gab dann Pauline das Lied "Morgen!" als aufschlussreiches Hochzeitsgeschenk.

Der eher geschriebene Text des Schriftstellers/Dichters John Henry Mackay bezieht sich jedoch auf eine andere Liebe, von der und deren Wesen wenig feststeht. 

Dies gab mir die Freiheit, bei der Bilderauswahl auf jeden Fall "Liebe" in den Mittelpunkt zu stellen.

Darüber hinaus kann jeder für sich selbst herausfinden, was diese Bilder ihr oder ihm zu sagen haben.

Krijn de Lege, 6.7. 2019/19.9.2022

RUDOLF SCHOCK sings 'La Berceuse originale' by BENJAMIN GODARD

BENJAMIN GODARD’S “BERCEUSE” from ‘JOCELYN’ by RUDOLF SCHOCK

> Texts in French, English. German & Dutch!

 

FRENCH TEXT

Grâce à la "Berceuse", le titre de l'opéra a perduré.
Mais l’opéra lui-même a presque été oublié. Bien entendu, cela ne prouve pas que l’autre musique de l’opéra "Jocelyn" n’est rien.

Où un critique musical contemporain devrait-il avoir une idée bien fondée de l'opéra de Godard?

En dehors de la chanson et de quelques fragments instrumentaux, il n'y a aucune trace de celle-ci.

*****************

Explication sur la Berceuse

Jocelyn est un futur prêtre qui veut laisser derrière lui une existence mondaine. En 1789, année de la révolution française, les adeptes de l'Église catholique romaine sont menacés de mort. Jocelyn fuit vers les Alpes et y trouve refuge.

Un jour, Jocelyn rencontre un père et son fils qui sont poursuivis par des soldats. Le vieil homme est touché par une balle. En train de mourir, il supplie Jocelyn de prendre soin de son fils Laurence. Une amitié paradisiaque se développe entre les deux jeunes hommes.

Alors Laurence tombe dans un ravin. Jocelyn parvient à le porter en haut. Laurence est sérieusement blessée mais pas mortellement. Jocelyn le met sur un matelas et le déshabille: Laurence se révèle être une fille!

L'amitié se transforme en amour.

Jour et nuit, Jocelyn regarde le lit de "l'enfant endormi" (1er tableau, 2ème acte). Il chante sa 'Berceuse', une "berceuse" pour la fille qu'il vénère...

        

RUDOLF SCHOCK CHANTE L’ARIA ORIGINALE DE L’ OPÉRA ET REND CET ENREGISTREMENT IMPORTANT.

Bien qu'en allemand, mais dans une traduction acceptable de l'original français.

Il n'interprète pas la "Berceuse" sentimentale, mais puissante et digne de confiance: Jocelyn ressent fortement la foi en Marie, les Anges et Dieu. Sa conviction lui dit: Laurence ira mieux!

ENGLISH TEXT

Thanks to the 'Berceuse' the title of the opera has lingered.

However, the work itself has almost been forgotten.This of course does not prove, that the other music from 'Jocelyn' is worthless.

Where would a contemporary music critic have to make a well-founded view of Godard's opera? There are - apart from the famous song and some instrumental fragments - no records of it.

****************

Explanation about the Berceuse

Jocelyn is a future priest, who wants to leave worldly existence behind him.

In 1789, the year of the French revolution, the followers of the Roman Catholic Church are threatened with death. Jocelyn flees to the Alps and finds a shelter there.

One day Jocelyn meets a father and son who are being chased by soldiers. The older man is hit by a bullet. Dying, he begs Jocelyn to take care of his son Laurence.

A paradisiacal friendship develops between both young men.

Then Laurence falls into a ravine. Jocelyn manages to carry him upstairs.

Laurence is seriously, but not mortally wounded. Jocelyn puts him on a mattress and undresses him: Laurence turns out to be a girl! Friendship turns into love.

Night and day, Jocelyn watches the bed of "the sleeping child" (1st tableau, 2nd act). He sings his 'Berceuse', a “lullaby” for the girl he worships. 

> with English subtitles!!



RUDOLF SCHOCK sings the ORIGINAL aria from the opera and that makes this recording important.

Although in German, but in a tolerable translation of the French lyrics.

The well known English adaptation “Angels guard thee” ignores the opera and her religious background. Its content is of a conventional, romantic fairy tale. Yet I used O'Reilly's adaptation for the English subtitles: A tribute to her everlasting popularity....

Schock’s interpretation of  the 'Berceuse' is not sentimental, but powerful and trustworthy: Jocelyn feels strongly through faith in Mary, the Angels and God. His conviction tells him: Laurence will get better!

          
GERMAN TEXT 

Der BERCEUSE verdanken wir es, dass der Titel der Oper sich erhalten hat. Das Werk selber ist nahezu vergessen. Damit möchte ich natürlich nicht behaupten, die übrige Musik aus der Oper 'Jocelyn' sei bedeutungslos.

Wo sollte ohnehin ein heutiger Musikrezensent Godards Oper neue,
wohlbegründete Seiten abgewinnen können? Es existieren - ausserhalb  des genannten Liedes und einiger musikalischen Fragmente - keine weiteren Fragmente auf Schallplatten oder CD. 

*******************

Über die Berceuse in der Oper

Jocelyn ein angehender Priester, hat das Treiben der Welt hinter sich lassen.  Im turbulenten Jahr der französischen Revolution 1789 werden die Anhänger der katholischen Kirche mit dem Tode bedroht.Jocelyn flüchtet in die Alpen und findet dort ein Versteck.

Eines Tages stösst Jocelyn auf einen Vater und dessen jungen Sohn, die von Soldaten verfolgt werden. Es fallen Schüsse, und der ältere Mann wird getroffen. Sterbend fleht er Jocelyn, für seinen Sohn Laurence zu sorgen.

Eine innige Freundschaft blüht auf.

Laurence stürzt in eine Schlucht. Es gelingt Jocelyn, ihn hinauf zu tragen. Es sieht danach aus, Laurence werde den Sturz überleben, aber sei ernsthaft verletzt. Jocelyn versucht, so gut es eben geht, ihm die Kleider abzunehmen und macht zwei erschütternde Entdeckungen: Laurence ist ein Mädchen, und er selber ist hoffnungslos verliebt.

Jocelyn singt die Berceuse im 1. Bild des 2. Aufzugs.

Er wacht während der Nacht in der Grotte, die ihnen als Versteck dient, beim erschöpften Mädchen Laurence,"beim schlafende Kinde", das vor ein paar Tagen den Vater sterben sah.

*****************

RUDOLF SCHOCK singt die ursprüngliche Arie aus der Oper und das macht gerade diese Aufnahme interessant!

Zwar in deutscher Sprache, aber in einer Übersetzung, die inhaltlich ganz in der Nähe des französischen Originals bleibt.

Schock singt nicht sentimental. Seine Stimme klingt nicht geglättet, sondern direkt, entschlossen und kühn. Jener einzige, verhallende Falsett-Ton am Ende des ersten Refrains ändert nichts daran. Dieser ist in aller Zärtlichkeit betont an "sie" gerichtet, den Flüchtling, der Jocelyns Obhut anvertraut wurde. Das zweite "sie", womit die Arie endet, singt Schock kräftig und vertrauenerweckend: Jocelyn fühlt sich stark durch seinen Glauben an Maria, die Engel und Gott. Seine Überzeugung sagt ihm, Laurence werde sich erholen!

DUTCH TEXT

Dankzij de ‘Berceuse’ is de titel van de opera blijven hangen.

Maar het werk zelf is vrijwel vergeten. Dit bewijst natuurlijk niet, dat de overige muziek uit de opera 'Jocelyn' niets voorstelt.

Waar vandaan zou een hedendaags muziekrecensent overigens een gefundeerde kijk op Godard's opera moeten halen? Er bestaan – behalve van genoemd lied en enkele instrumentale fragmentjes - geen platen van.

******************

Waar gaat de 'Berceuse' in de opera over?
Jocelyn is een aankomend priester, die het wereldse bestaan achter zich wil laten. In 1789, het jaar van de Franse revolutie, worden de volgelingen van de rooms-katholieke kerk met de dood bedreigd. Jocelyn vlucht de Alpen in en vindt daar een schuilplaats. 

Op een dag ontmoet Jocelyn een vader en zoon, die door soldaten worden achtervolgd. De oudere man wordt door een kogel getroffen. Stervend smeekt hij Jocelyn voor zijn zoon Laurence te zorgen. Een paradijselijke vriendschap ontwikkelt zich tussen beide jonge mannen.

Dan valt Laurence in een ravijn. Jocelyn weet hem naar boven te dragen. Laurence is ernstig, maar niet dodelijk gewond. Jocelyn legt hem op een matras en ontkleedt hem: Laurence blijkt een meisje!
Vriendschap verandert in liefde.
Dag en nacht waakt Jocelyn aan net bed van “het slapende kind”  (1^e tableau, 2e bedrijf). Hij  zingt zijn ‘Berceuse’, een “wiegelied” voor het meisje, dat hij aanbidt.
******************

Rudolf Schock zingt hier de oorspronkelijke aria uit de opera en dat maakt deze opname belangrijk. Weliswaar in het Duits, maar in een acceptabele vertaling van het Franse origineel.
Schock interpreteert de ‘Berceuse’ niet sentimenteel, maar krachtig en vertrouwenwekkend: Jocelyn voelt zich sterk door het geloof in Maria, de engelen en God.

Zijn overtuiging zegt hem: Laurence zal beter worden!

Krijn de Lege, 25.2.2019/16.9.2023