22.11.07

RUDOLF SCHOCK ZINGT ADOLPHE ADAM...


Rudolf Schock sings Adolphe Adam









 




DE COMPONIST ADOLPHE ADAM (1803-1856)

 
















Eerst een klein beetje muziekgeschiedenis:
De 'ERNSTIGE' opera (opera-seria) ontwikkelt zich met name in Italië vanaf het begin van de 17e eeuw. Maar de 'traan' doet direct al naar de 'lach' verlangen, zodat een 'OPGEWEKT-VROLIJK' zusje (de opera buffa) haast tegelijkertijd het levenslicht ziet.
Dit zusje krijgt op haar beurt in Frankrijk een levensvatbaar kindje: de opéra- comique, waarbij de gezongen recitatieven van de opera-buffa plaats maken voor gesproken dialogen. Bovendien wordt in de loop van de jaren de inhoud van de opera's eerder romantisch dan komisch (bijv. 'Mignon' uit 1869). Zelfs een tragisch eindigende opera als 'Carmen' (1875) wortelt eigenlijk in de opéra-comique, maar staat inmiddels al sterk onder de invloed van een realistischer verhaallijn (van het 'verismo', dat rond 1900 de opera-handeling zou gaan domineren). Tenslotte is het Jacques Offenbach, die de oorspronkelijk 'opgewekt-vrolijke' opéra-comique weer nieuw leven inblaast. Dat nieuwe leven wordt dan in Frankrijk 'opéra-bouffe' genoemd en in het Duitse taalgebied 'operette'.

Adolphe Adam bepaalt (samen met Boieldieu en Auber) hét gezicht van de Franse opéra-comique. Overigens duurt het zestien opera's, voordat hij in 1836 met zijn 'Postillon de Longjumeau' voor het eerst (veel!) succes heeft. Uit het 1e bedrijf van deze opera is de aria "Mes amis écoutez l'histoire (Freunde, vernehmet die Geschichte)" tot op de dag van vandaag het paradepaardje van de tenor-titelvertolker-met-hoge-D.
Van de nog eens vijftig composities, die erna ontstaan, hebben vooral de opera 'Si j'étais Roi (Wenn ich König wär')' en in het bijzonder het 'Giselle'-ballet repertoire gehouden. Ook bleef het kerstlied 'Minuit Chrétiens (O holy night)' alom bekend.
Adams muziek heeft vaart, is beurtelings lichtvoetig en gevoelig en ligt gemakkelijk in het oor.
Vermeldenswaard is nog, dat Adolphe Adam feitelijk twee muzikale genres met elkaar verbindt: enerzijds die van de wegkwijnende, traditionele opéra-comique en anderzijds die van de opkomende operette. Want speciaal voor Offenbachs in 1855 nieuw geopende operette-theater 'Les Bouffes Parisiens' componeert hij 'Les Pantins de Violette (De marionetten van Violette)'. De première van deze operette vindt vier dagen voor Adams dood plaats.


ADOLPHE ADAM-OPNAMEN MET RUDOLF SCHOCK
1955: Emi-Studio-opname: Aria 'Freunde, vernehmet die Geschichte' ('Le Postillon de Longjumeau')
met de NWD-Philharmonie, het mannenkoor van het Landestheater Hannover en Wilhem Schüchter, dir.

Een opname, die op veel Schock-opera-compilaties voorkomt.
Direct knallen muziek en 'zweepslagen' erop los. De muziek is de tenor op het lijf geschreven, de zweepslagen gelukkig niet. Schock heeft immers geen enkele aansporing nodig en zijn hoge D klinkt als een klok.
De onlangs overleden Amerikaanse (en door mij zeer gewaardeerde) operakenner Mike Richter meldde, dat hij tijdens de hoogste noot op de achtergrond vreemde geluiden meende te horen. Hij luisterde zo nauwgezet, omdat hij - naar ik vermoed - Schock niet tot het produceren van een hoge D in staat achtte.

Zulke dingen zijn nu eenmaal meer vertoond: in de legendarische Emi-opname van Wagners 'Tristan und Isolde' uit 1952 onder Wilhelm Furtwängler neemt Elisabeth Schwarzkopf (echtgenote van Tristan-producent Walter Legge) een (te) hoge noot van de echte Isolde (Kirsten Flagstad) simpelweg over. Ik stel me voor: Mw. Legge komt binnenwandelen, omdat Mijnheer Legge z'n brood vergeten is. Haar man juicht: " Je komt als geroepen, Elisabeth! Wil je even heel hoog in deze microfoon gillen?" Zo gezegd, zo gegild. De geluidstechnici hervatten opgewekt de montage, Mw. Flagstad geeft Mw. Legge opgelucht een knipoog en in de koffiepauze belooft iedereen plechtig te zwijgen als het graf.
Daarna begint het - zoals gebruikelijk - te lekken.

Eerlijk gezegd, heb ik bij deze Adam-opname van Rudolf Schock ook wel eens aan zijn hoge D getwijfeld. Maar als 'ami', die naar een 'histoire' moet luisteren, wil je toch graag geloven, dat Schock het op 5 februari 1955 kon? En als ik op het verzoek van de zanger inga en net zo als Mike Richter nauwgezet luister, kan ík werkelijk niets afwijkends ontdekken. Dus - hak ik de knoop door - moeten we niet verder zeuren. Schock pepert ons de aria tot en met die D effectief in en het blijft iets merkwaardigs hebben, dat we het alleen maar over die hoge D hebben en de meeslepende overige vier minuten buiten beschouwing laten.


1960: Studio-Aufnahme: 'Si j'étais Roi (Wenn ich König wär')

Uitgebreide selectie in 2013 nieuw uitgekomen in Emi/Warners 10CD-Box "Rudolf Schock, Original Opera Highlights 1952-1961" nr. 50999 9 26311 2 4:























Het begint met de première in het Berlijnse 'Theater des Westens' (17 mei 1960).
Rudolf Schock zingt de rol van de smoorverliefde, maar naieve visser Zéphoris, die volgens zijn vriend Piféar door de vissen wordt uitgelachen. In de verdere voorstellingen wisselen Rudolf Schock en de Nederlandse tenor John van Kesteren elkaar als Zéphoris af.
(John van Kesteren schrijft veel later nogal zuur in zijn autobiografie, dat men voor de tv-opnamen van deze opera helaas voor "een andere tenor" koos. Het is nuttig hierbij op te merken, dat door Eurodisc in 1962 de tweede succesopera van Adam: 'Le Postillon de Longjumeau' eveneens werd opgenomen én uitgegeven. Daar zong Van Kesteren de belangrijkste tenorrol en was Stina-Britta Melander zijn partner. 


Rudolf Schock als koning voor één dag















Mei 1960 nam Electrola met alle solisten van de Berlijnse première de complete opera op.
De geluidsband was de muzikale basis voor een tv-film, die geregisseerd werd door Werner Kelch. Kelch kende immers het werk van haver tot gort, omdat hij ook de operavoorstellingen van de Adam-opera in het 'Theater des Westens' had geënsceneerd. De film kwam in 1961 en/of 1962 op de Duitse en in 1963 op de Nederlandse televisie.
Uit de soundtrack bracht Electrola daarnaast een uitgebreide selectie uit op stereo-LP.

Eigenlijk verwachtte ik toen, dat het daarbij zou blijven en bewaakte ik veertig jaar lang met uitgestoken nagels de krakende, knisperende en tikkende mono- en stereo-LP.
In 2004 echter produceerde Emi de CD.
Bovendien werd ik in de bijzondere gelegenheid gesteld, kennis te nemen van de video-registratie. En zo kom ik tot de conclusie, dat de geluidsopnamen voor de televisie 84 minuten duurden in plaats van de 47 minuten op CD. In die extra 37 minuten (waarbij de oude video natuurlijk niet zo briljant klinkt als de CD) zitten behalve dialoog en balletmuziek nog enkele zeer aantrekkelijke zangmomenten. Allereerst een fraai duet van Zéphoris/Neméa uit de 2e akte, waarin de dromerige (maar op CD helaas tot één couplet teruggebrachte) romance van Zéphoris uit het begin van de opera: 'J'ignore son nom, sa naissance (Kenn' nicht ihren Stand, ihren Namen)' gedeeltelijk wordt hernomen (zie bovenaan!).

Verder een sfeervolle koorscene met Zéphoris en nog enkele andere vokale puzzle-stukjes, die de handeling beter in elkaar doen passen.

Vandaag de dag (2016) is de CD met de Adam-selectie nieuw verkrijgbaar in bovengenoemde
10CD-Box van EMI/WARNER.
Op YouTube staat zelfs de gehele televisiefilm. Enkele zangnummers daaruit worden echter geblokkeerd.


SOLISTEN EN DIRIGENT:





















Wat RUDOLF SCHOCK betreft: Friedrich Herzfeld heeft in 1962 (in zijn 'Schallplattenführer für Opernfreunde') gelijk, als hij stelt, dat "de topnoten Schock weliswaar wat moeite kosten...", maar hij zegt ook: "Rudolf Schock is voor de visser, die één dag lang voor koning mag spelen, als geschapen. De manier, waarop hij droomt en regeert, brengt ons in verrukking...."


Thomas Voigt voegt daaraan toe, dat Schock als slechts weinig anderen zijn zwakkere kanten in de jaren 60 zo goed wist te compenseren. Bovendien was hij volledig één met de te spelen en te zingen visser.
Graag wijs ik erop, dat Schocks drie beschouwende 'chansons' uit de opera allen op CD staan. Centraal staat het lied vol verlangen 'Un regard de ses yeux (Ein einz'ger Blick von ihr)', waarin Schock de (zee)sterren uit de oceaan zingt (en met wat een mooie instrumentale begeleiding!). En na al die jaren val ik nog altijd helemaal stil bij het korte, maar wonderschone duet uit de 3e akte: 'Hélas, tout m'abandonne (Mein Herz ist noch beklommen)' Schocks falset-noten (hier volstrekt op z'n plaats!) doen mij naar adem happen.














De Zweedse sopraan  STINA-BRITTA MELANDER (1925 - 2010) heeft - zeer ten onrechte - in enkele reacties op vroegere uitgaven van de LP minder goede kritieken gekregen.

Deze veelzijdige Zweedse zangeres, die in 1949 door haar landgenoot Jussi Björling en in 1954 door de afscheid nemende Benjamino Gigli krachtig werd aangemoedigd haar zangerscarrière voort te zetten, heeft de beschikking over een imponerende stem.
Haar krachtige toptonen zijn enerverend, terwijl omvang en klank van haar midden- en lagere register bij mij zelfs een Callas-gevoel oproepen.
Zij zingt de prinses, die van de natuur houdt en graag aan zee mediteert, tot mijn grote genoegen. Kort na de Adam-opnamen zong zij nog eens met Rudolf Schock en onder de zelfde dirigent in een tv- en platenproduktie van Donizettis 'L'Élisir d'Amore'.


De intrigant Prins Kadoor wordt fijnzinnig en met een perfecte Duitse uitspraak gezongen door de grote Amerikaanse bariton THOMAS STEWART (1928-2006). Met zijn vrouw, de sopraan Evelyn Lear, zou Schock bij de Wiener Festwochen van 1962 in de opera 'Lulu' van Alban Berg zingen.

GEORG VÖLKER (1924-2006), zoon van de beroemde Wagner-tenor Franz Völker, is de sympathieke, maar manipulerende koning. Hij zingt mooi, maar schiet een enkele keer nogal ruw uit.

De sopraan Ursula Schirrmacher en de tenor Karl-Ernst Mercker zijn in veel opnamen met Rudolf Schock te horen.

URSULA SCHIRRMACHER (geb.: 1925) neemt bij mij een bijzondere plaats in. Ik 'ontdekte' haar unieke geluid in de 'Carmen'-opname uit 1961 onder Horst Stein. Zij waarschuwt kort voor het slotduet Carmen (Christa Ludwig) voor de over zijn toeren zijnde Don José (Schock) met een onheilspellende huiver in de stem. Ook in andere opnamen raak ik telkens weer onder de indruk van haar gevoileerde zeggingskracht. Schirrmacher was weer zo'n opvallend multi-talent: Volledig thuis in de wereld van opera en operette, maar ook in cabaret-programma's en in musicalrollen zoals die van Maria in 'The Sound of Music'.

De al even voortreffelijke KARL-ERNST MERCKER (geb.: 1933) nam (samen met Ferry Gruber) in Eurodisc-opnamen de rol van 2e tenor over van Manfred Schmidt, die in de jaren vijftig op veel Emi-opnamen te horen was.
In 1998 vertrok Mercker met zijn vrouw, de sopraan Annabelle Bernhard, naar New Orleans, alwaar Mw. Mercker-Bernhard in 2005 overleed.

Dirigent Ernst Märzendorfer












Wat betreft de Oostenrijkse dirigent ERNST MÄRZENDORFER (1921 - 2009), die later vooral ook het werk van modernere componisten (bijv. Hindemith en Kurt Weill) zou dirigeren, citeer ik opnieuw Thomas Voigt: "... Mozart-dirigent Märzendorfer weet precies, hoe hij de fijnste details tot klinken moet brengen".

Krijn de Lege
27.11.2007/12.7.2016

Keine Kommentare: